Twee wetenschappers van de Universiteit van Oregon (UO) denken een manier te hebben gevonden om muggen zo te veranderen dat ze niet meer steken.
De onderzoekers werken aan een project dat ertoe kan leiden dat muggen niet meer gaan prikken. Dat zou ons vooral slapeloze zomernachten besparen. In het Zuiden zou het de verspreiding van een aantal ernstige ziektes en aandoeningen zoals malaria, zika of dengue, helpen voorkomen.
Geen bloed maar nectar
De onderzoekers gingen aan de slag met de mug Wyeomyia smithii, een soort waarvan de vrouwtjes net zoals alle andere vrouwelijke muggen bloed prikken, maar als enige soort ook zusters hebben die dat niet doen. Deze laatste voeden zich net als de mannetjes met nectar.
Bij de onderzochte muggen identificeerden de wetenschappers 902 genen die een link hebben met het nuttigen van bloed en 478 genen die ervoor zorgen dat sommige vrouwtjes van deze soort geen bloed nodig hebben om zich te voeden.
De benadering om genen te isoleren willen de onderzoekers verder toepassen op andere soorten zoals de gewone steekmug (Culex pipiens), die onder meer het Westnijlvirus kan verspreiden, de Aziatische tijgermug (Aedes albopictus), de drager van dengue, zika en gele koorts, en de Afrikaanse malariamug Anopheles gambiae.
Geen beet, geen ziekte
“We zoeken de genen die zich op de overgang tussen bijten en niet bijten bevinden”, zegt UO-bioloog Christina Holzapfel. “Als we te weten komen hoe we de bijtgenen kunnen uitschakelen, zou dat ziekten wereldwijd terugdringen. Als er niet gebeten wordt, wordt er ook geen ziekte overgedragen. Punt.”
“Kennis over de genen en het metabolisme van deze muggen kan ertoe leiden dat we uiteindelijk een manier vinden om ook de verspreiders van gevaarlijke ziekten ervan te weerhouden mensen te prikken”, zegt Holzapfel. “Dat zou als gevolg hebben dat deze muggen niet langer in staat zijn om ziekten over te dragen, maar nog wel gewoon kunnen bestaan en hun plek in de voedselketen hebben.”
Bron: IPS