Met boringen tot 120 meter diep in de Anderlechtse ondergrond wil het consortium Brugeo de Brusselse ondergrond beter leren kennen, om na te gaan of er ook in Brussel potentieel is voor geothermie.
Brugeo voert al enkele dagen boringen uit, samen met partners zoals de geologische dienst van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN). “Geothermie heeft als voordelen dat het altijd beschikbaar en hernieuwbaar is, en een constante temperatuur heeft”, legt Estelle Peticlerc, geologe bij KBIN dinsdag uit bij de voorstelling van de werf aan de pers.
In 2015 waren in heel België meer dan 20.000 geothermische warmtepompen geïnstalleerd. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt de techniek ook alsmaar meer gebruikt, onder meer in het nieuwe Navo-hoofdkwartier. De verschillende partners vinden echter dat geothermie nog te weinig bekend is, zeker in stedelijk gebied.
Om die kennis te verbeteren, begint men nu de Brusselse ondergrond in kaart te brengen. Op die manier moet elke Brusselaar kunnen nagaan of geothermie voor hem of haar interessant kan zijn. “Als een gebouw goed geïsoleerd is, dan is geothermie altijd rendabel”, zegt Petitclerc. “Maar men moet weten hoe het gebruikt moet worden.” Het type van technologie en installatie hangen af van de ondergrond, vandaar het belang van kaarten van de ondergrond.
Er zijn al veel gegevens, maar er resten nog lacunes. De boringen in Anderlecht zijn de eerste met zuiver wetenschappelijk doel. Voor de hoofdstad lijkt de geothermie vanop dieptes tussen de 50 en 300 meter het interessantst. Die geeft een warmte van rond de 15 graden. Brugeo krijgt financiële steun van het Brussels Hoofdstedeljk Gewest en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling.