Nu Zuid-Korea aankondigt dat het Noorden bereid is te onderhandelen over zijn kernwapenprogramma, is het belangrijk het overzicht te houden, en te beseffen hoe snel deze lange crisis is veranderd, schrijft Virginie Grzelczyk, hoogleraar Internationale Betrekkingen aan de Universiteit van Aston.
Amper een jaar geleden leek de wereld af te stevenen op een grootschalige oorlog tussen de Korea’s. Kim Jong-nam, de halfbroer van de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un, was in Maleisië vermoord in mysterieuze omstandigheden. Pyongyong kwam in het vizier als waarschijnlijke opdrachtgever, en het Noord-Koreaanse kernprogramma vond geen genade in de ogen van de pas verkozen Amerikaanse president Donald Trump. Wat volgde was een over-en-weer spel van sancties en wapentests.
Maar toen waaide, met de Olympische Spelen in Zuid-Korea, een warmere wind door de regio. De Spelen, die een politieke nachtmerrie hadden kunnen worden, leverden een heel ander beeld op: Koreaanse atleten die onder een gemeenschappelijke vlag paraderen, terwijl Kim Jong-un’s zus en topman Kim Yong-nam de openingsstoet volgden aan de zijde van de Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in. (De Amerikaanse vice-president Mike Pence negeerde de noordelijke delegatie met een ijzige stilte).
Na de Olympische Spelen wachtte de wereld af: zou Noord-Korea gewoon zijn atleten weer meenemen en genieten van de aandacht, of zou het ingaan op een uitnodiging van het Zuiden om de dialoog opnieuw te openen? Dat laatste bleek het geval. Nu is er niet alleen hoop voor de eerste echte top tussen beide landen in tien jaar, maar Noord-Korea hintte zelfs dat nucleaire ontwapening tot de mogelijkheden behoort.
“Mogelijkheid” is wel het sleutelwoord. En wat Koreaanse zaken betreft, is semantiek al vaak cruciaal gebleken.
De voortekenen lezen
Zo mislukte een akkoord dat op 19 september 2005 werd bereikt in de zeslandengesprekken mede omdat het bepaalde dat lichtwaterreactors op een “aangewezen tijdstip” zouden besproken worden. Voor het Noorden was dat tijdstip 20 december, terwijl de VS het interpreteerden als: zo laat mogelijk, liefst nooit.
Een gelijkaardig probleem is de “denuclearisatie” van het schiereiland: voor het Noorden betekent dat de verwijdering van alle kernwapens van het hele continent – ook Amerikaanse wapens die mogelijk opgesteld zijn in het Zuiden. Voor de VS slaat die term enkel op de Noord-Koreaanse wapens, niet op een bindend verbod op toekomstige Amerikaanse kernwapens in Zuid-Korea.
De Olympische Spelen op zichzelf veranderen het fundamentele veiligheidsdilemma op het schiereiland niet. De structuur van het probleem blijft hetzelfde: een combinatie van een onafgewerkte Koreaanse zaak (die startte met de wapenstilstand van 1953), de Amerikaanse militaire aanwezigheid en strategische rol in Azië, en het kernprogramma van het Noorden. Wat wel veranderd is, zijn de diplomatieke omstandigheden.
De Noord-Koreanen zijn niet simplistisch, maar ook niet alleswetend. Net als andere landen zijn ze afhankelijk van inlichtingen, diplomatieke contacten en een analyse van de gebeurtenissen om de wereld rondom hen te interpreteren, en meer bepaald de VS. Het beeld dat ze momenteel krijgen, is erg troebel.
Lege stoelen
Er is op dit moment geen Amerikaanse ambassadeur in Zuid-Korea, omdat de regering-Trump er niet in slaagt iemand te benoemen voor de post. Het Witte Huis besliste uiteindelijk dat de enige mogelijke kandidaat Victor Cha, die als Korea-expert voor de regering-Bush werkte, te weinig een “havik” was.
Er is ook geen Amerikaanse hoofdonderhandelaar. Tot zijn ontslag enkele dagen geleden was Joseph Yun de belangrijkste figuur, een ervaren diplomaat en Azië-specialist die diende onder Barack Obama en vervolgens onder Trump.
Yun kon onlangs zijn invloed laten gelden in de onderhandelingen rond de vrijlating van de Amerikaanse student Otto Warmbier, die naar de VS kon terugkeren na een lange opsluiting in Noord-Korea en snel na zijn vrijlating overleed.
Gezien het snelle personeelsverloop in de regering-Trump lijkt het onwaarschijnlijk dat veel hooggeplaatste diplomaten en specialisten zich geroepen voelen om die extreme uitdagende functies aan te nemen.
Als kers op de taart is het Noorden beginnen reageren op Trumps grove uitspraken en tweets via het officiële staatsmedium. De oorlogsretoriek van Noord-Korea in combinatie met de opgeblazen en vage uitspraken van Trump kan een gevaarlijke cocktail vormen.
Duimen maar
Het vooruitzicht van een top tussen de beide landen in april is op zich al opwindend. Het laat de Korea’s toe een diepgaande dialoog op te pikken die al jarenlang chaotisch verloopt. Maar we kunnen ook verwachten dat het Noorden zijn oude trucjes bovenhaalt.
Zo zal Pyongyang waarschijnlijk elke rimpel in de relaties tussen het Zuiden en de VS proberen uitbuiten. Het speelde een gelijkaardig spel in de jaren vijftig en zestig met het ideologische schisma tussen Rusland en China. Het speelde de landen tegen elkaar uit om steun en toegevingen te bekomen. We mogen ons ook verwachten aan veel koortsachtige analyses van Noord-Koreaanse verklaringen en heel wat gebrekkige interpretaties en misverstanden.
Dat is nu al begonnen. Een dag nadat de officiële delegatie Pyongyang verliet en terugkeerde naar Seoul, was het verhaal dat het Noorden plots bereid was te praten over ontwapening en directe gesprekken met de VS. Maar het Noorden zoekt eigenlijk altijd op de een of andere manier engagement met de VS en het heeft al verschillende keren gesteld dat het, net zoal de Zuid-Koreaanse verklaring in de New York Times ook stelt, “geen reden zou hebben om nucleaire wapens te houden als het niet meer militair bedreigd werd en de veiligheid gegarandeerd wordt.”
En daar zit het probleem. Noord-Korea zal die veiligheid niet als “gegarandeerd” beschouwen zonder Amerikaanse terugtrekking van het eiland en een evolutie van de wapenstilstand naar een permanente oplossing.
Het land zal nucleaire ontwapening niet aanvaarden als voorwaarde voor gesprekken, omdat het voor zijn overleven afhankelijk is van de nucleaire afschrikking. Mogelijk wil het zelfs het nucleaire programma niet bevriezen terwijl de gesprekken doorgaan: zelfs tijdens het zeslandenoverleg tussen 2003 en 2007 testte Pyongyang zijn eerste kernwapens in 2006.
Maar vandaag is één cruciaal element anders: de gesprekken zullen niet draaien rond een coherent, voorspelbaar en dominante Verenigde Staten. In de plaats daarvan staan Noord- en Zuid-Korea nu centraal, en daarmee krijgen ze misschien eindelijk de ademruimte die ze nodig hebben.
Oorspronkelijk Bron: The Conversation