Het Europees Parlement heeft groen licht gegeven voor ambitieuze doelstellingen op het vlak van afvalverwerking en circulaire economie. Tegen 2035 mag nog maar een tiende van het afval op de stortplaats belanden.
Het Europees Parlement stemde vandaag (woensdag) in met het voorstel van de Europese Commissie. Dat stelt dat tegen 2025 minstens 55 procent van het gemeentelijk afval gerecycleerd moet worden. Tegen 2030 moet dat al 60 zijn en tegen 2035 65 procent.
Specifiek voor verpakkingsmaterialen liggen de percentages hoger: 65 procent tegen 2025 en 70 procent tegen 2030. Er zijn ook specifieke doelstellingen voor papier en karton, plastic, glas, metaal en hout.
Stortplaatsen
Bedoeling is dat afval storten eerder een uitzondering wordt en in 2035 maximaal nog met 10 procent van het afval gebeurt. In België en Nederland is dat nu al grotendeels het geval, maar andere Europese landen, zoals Cyprus, Kroatië, Griekenland en Litouwen, dumpen nog meer dan driekwart van hun gemeentelijk afval op een stortplaats.
Tegen 2025 moet textiel en gevaarlijk afval in de hele unie apart worden opgehaald. En een jaar eerder al moet groenafval afzonderlijk opgehaald of thuis gecomposteerd worden.
De maatregelen komen niet alleen het milieu ten goede, zegt het parlement, maar ook de volksgezondheid en het klimaat. Bovendien doen ze de Europese economie verder opschuiven naar een circulair systeem waar de waarde van producten, materialen en grondstoffen zo lang mogelijk behouden blijft.
Voedselverspilling
In lijn met de duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN moeten lidstaten ook de voedselverspilling binnen hun grenzen met 30 procent verminderen tegen 2025 en zelfs met 50 procent tegen 2030.
De lidstaten moeten daarvoor de inzameling van onverkocht voedsel belonen en systemen stimuleren om de producten te herverdelen of te verwerken.
De tekst gaat nu terug naar de Europese Commissie om formeel goedgekeurd te worden.