Noord-Koreaanse kinderen doen het iets beter op vlak van gezondheid en levenskwaliteit. Dat blijkt uit nieuwe gegevens van Unicef.
De gegevens waarop het onderzoek van Unicef zich baseert, geven een inkijk in het leven van jonge kinderen en vrouwen in Noord-Korea. Voor 2017 vertonen die een verbetering, al blijven een aantal uitdagingen hardnekkig aanwezig.
“Humanitaire steun maakt een verschil in het leven van vrouwen en kinderen in dit land”, zegt Shanelle Hall van Unicef in Pyongyang. “Toch moeten we nog meer doen om elk jongetje en elk meisje in de Democratische Volksrepubliek Korea te helpen om tot hun volledige potentieel te kunnen uitgroeien.”
1 op 5 te klein
De gegevens van het onderzoek zijn afkomstig van een Multiple Indicator Cluster Survey (MICS), een onderzoeksmethode die Unicef ondersteunt en die de organisatie in meer dan honderd landen wereldwijd toepast. In Noord-Korea namen in totaal 8500 gezinnen deel aan de studie. De focus ligt op verschillende zaken die een onmiddellijke invloed hebben op het leven van vrouwen en kinderen.
Het 2017 DPR Korea MICS Survey Findings Report komt negen jaar na de laatste MICS-studie. Volgens het recentste rapport heeft 1 op 5 kinderen in Noord-Korea groeiachterstand. De nationale graad voor groeiachterstand – een indicatie voor langdurige of chronische ondervoeding – kende een belangrijke daling van 28 procent in 2012 naar 19 procent in 2017.
Daar zitten wel enorme verschillen op per regio. Zo bedraagt de groeiachterstand bij kinderen in hoofdstad Pyongyang 10 procent, voor de provincie Ryanggang is dat bijvoorbeeld nog 32 procent.
Vervuild water
De hoofdoorzaak voor ondervoeding en ook een belangrijke doodsoorzaak van jonge kinderen in Noord-Korea is diarree, vaak veroorzaakt door vervuild drinkwater. Het gebruik van hydraterend zout om kinderen met diarree (en de bijhorende uitdrogingsverschijnselen) te behandelen is toegenomen. In 2009 werd 67 procent van de kinderen behandeld met hydraterend zout, in 2017 was dat 74 procent.
In Noord-Korea is een derde van het water dat wordt gebruikt door gezinnen besmet. De situatie is het ergst in landelijke gebieden, waar nog steeds de helft van de kinderen risico loopt op ziekte en ondervoeding. Ook al hebben 82 procent van de kinderen en hun families toegang tot basis sanitaire voorzieningen, toch blijft met name de afvalverwerking een groot probleem. Als uitwerpselen niet veilig worden afgevoerd, blijft het risico op vervuild water erg groot.
Plattelandskinderen
“De beschikbaarheid van nauwkeurige data is het fundament van goede humanitaire hulpverlening, en dat werk redt levens”, zegt Karin Hulshof, regionaal directeur voor Unicef Oost-Azië en de Pacific. “Onze eerste lezing van deze data suggereert dat de humanitaire inspanningen gewerkt hebben en significante bijdragen hebben geleverd in het verbeteren van de gezondheid en het leven van veel kinderen in het land.
“Toch tonen de data ook aan dat de vooruitgang een stuk trager verliep voor kinderen op het platteland. Daar is dus nog veel werk te doen in de toekomst”, concludeert ze.