Kinderen die in de buurt van bos wonen, hebben een gezonder dieet dan andere kinderen. Dat blijkt uit onderzoek in 27 ontwikkelingslanden.
De resultaten wijzen erop dat het verbeteren van de voedingswaarde in arme landen door bossen te kappen en meer landbouwgrond te creëren, niet per se de beste oplossing is. Ook natuurbeheer kan een belangrijk middel zijn om kinderen aan gezonder voedsel te helpen.
“Uit onze data blijkt dat bossen niet alleen een relatie hebben met een beter dieet, ze laten zien dat bossen de oorzaak zijn van dit gezondere dieet”, zegt Ranaivo Rasolofoson, onderzoeker aan de Universiteit van Vermont.
Vitaminen en mineralen
Meer dan 2 miljard mensen in ontwikkelingslanden kampen met een gebrek aan vitaminen en mineralen, zoals vitamine A, natrium, ijzer en calcium. Kinderen kunnen daardoor neurologische schade oplopen, een groeiachterstand of zelfs overlijden.
Uit de studie, geleid door een team van de Universiteit van Vermont, blijkt dat kinderen die in de buurt van bossen wonen, 25 procent meer diversiteit in hun dieet hebben. “Dat is vergelijkbaar met de impact van sommige landbouwprogramma’s die zich op het verbeteren van de voedingswaarde richten”, zegt Taylor Ricketts, directeur van het Gund Institute for Environment van de Universiteit van Vermont.
De kinderen krijgen meer vitaminen en mineralen binnen doordat ze bijvoorbeeld voedsel uit de bossen eten en profiteren van bestuivers die in de bossen leven. Ook halen hun ouders inkomen uit de bosproducten, waardoor meer geld beschikbaar is om voedsel te kopen. Dat kan allemaal bijdragen aan een diverser dieet. Leven in de buurt van bossen draagt vooral bij aan het verminderen van tekorten aan vitamine A en ijzer.
Het onderzoek is deze week verschenen in Science Advances.
