Ouders van tieners hoeven zich niet al te veel zorgen te maken. Uit een studie blijkt immers dat de meeste jongeren hun experimenteel en roekeloos gedrag zelf kunnen afremmen. Hooguit zijn ze tijdens deze leeftijdsfase op zoek naar wat sensatie. Dat stellen onderzoekers van de Universiteit van Oregon (UO).
“Enkel een kleine groep tieners – zij met een zwakke cognitieve controle- zijn zo impulsief dat ze vaak handelen zonder na te denken wat hen uiteindelijk meer vatbaar maakt voor verslavingen”, zegt Atika Khurana van het wetenschappelijke preventieprogramma aan de UO.
Cognitieve controle is het vermogen om zelf je gedrag, gedachten en emoties te controleren en indien nodig bij te sturen. Dit vermogen ligt vervat in de prefrontale cortex van ons brein.
De resultaten van het onderzoek werden gepubliceerd in het Journal of Youth and Adolescence. Ze weerleggen voor een deel wat vaak wordt aangenomen, dat de puberteit een onevenwichtige periode is waar jongeren hun cognitieve controle kwijt zijn en ze uit zijn op risico’s, snelle kicks en instant voldoening.
Zucht naar sensatie
“Mensen hebben al zo veel verhalen gehoord over het tienerbrein. De nadruk ligt dan meestal op het feit dat het vatbaar is voor veel gas geven, en weinig remmen omdat er een onevenwicht is tussen de beloning- en controleregio’s in hun hersenen”, zegt Khurana. “Deze studie toont aan dat dit eigenlijk niet waar is. Er is een onevenwicht voor sommigen, maar dat geldt zeker niet voor alle jongeren.”
De onderzoekers bestudeerden data over impulsief gedrag en de zucht naar sensatie in relatie tot cognitieve controle van in totaal 387 jongeren tussen 11 en 18 jaar.
Enkel de jongeren met een zwakke cognitieve controle bleken risicogedrag te vertonen wat hen onder meer ook aanzette tot het gebruik van verdovende middelen. De sensatie opzoeken was wel iets dat toenam bij alle pubers en stond niet in relatie tot een zwakke cognitieve controle. Ook bleek dit laatste geen voorspeller voor later afwijkend gedrag of de vatbaarheid voor het gebruik van verdovende middelen.
Vroege interventies
“Eerdere studies die impulsiviteit en sensatiezucht bij jongeren in kaart wilden brengen trokken conclusies gebaseerd op leeftijdsverschillen, zonder te kijken naar de evolutie van de ontwikkeling van deze tieners”, zegt Khurana. “In deze studie werd gekeken naar individuele trajecten en werden verschillende patronen van verandering vastgelegd die anders niet waarneembaar waren door de jeugd te bekijken op verschillende leeftijden.”
Volgens Khurana is haar recentste onderzoek erg belangrijk omdat het het belang aantoont van vroege interventies om jongeren met een zwakke cognitieve controle te helpen versterken.