Een resolute keuze voor schonere vrachtwagens levert niet alleen schonere lucht op. Ze creëert ook economische groei en 120.000 nieuwe banen, en vermindert Europese olie-import met miljarden vaten. Dat blijkt uit een studie door Cambridge Econometrics.
De Europese transportsector maakt maar 5 procent van de voertuigen op de weg uit, maar is wel goed voor 22 procent van de uitstoot. Bovendien blijft het brandstofverbruik en daarmee ook de uitstoot groeien: Europa verwacht een stijging met 10 procent tegen 2030 en met 14 procent tegen 2040. Toch kan het heel anders, stelt de studie door Cambridge Econometrics, met medewerking van de sector.
De keuze voor zuiniger vrachtwagens en een geleidelijke overschakeling op uitstootloze trucks kan de olie-import tegen 2030 met een miljard vaten verminderen, stelt de studie. Maar een resolute keuze voor elektrische en waterstofstrucks heeft een nog veel groter effect: tot 11 miljard vaten olie minder tegen 2050. “Ingevoerde olie vervangen met lokaal geproduceerde energie verbetert de Europese energiebalans en vermindert de blootstelling aan de internationale prijsschommelingen van olie”, stelt de studie.
Groei en banen
Eenzelfde verhaal wat economische groei en werkgelegenheid betreft: inzetten op schonere dieselmotoren stimuleert de economie beperkt, maar de overschakeling naar uitstootvrije motoren leidt tot een extra economische groei van 52 tot 58 miljard euro tegen 2050.
Ook de gevolgen voor de werkgelegenheid zijn positief: de inzet op schonere motoren leidt tegen 2030 al tot 120.000 extra banen.
Opvallend: de inzet op schonere vrachtwagens doet de kosten voor de sector dalen. Vanzelfsprekend moeten de transportbedrijven aanvankelijk meer middelen investeren in de nieuwe trucks, maar die verdienen ze snel terug dankzij de brandstofbesparingen. Zelfs uitstootloze oplossingen zoals volledig elektrische vrachtwagens of brandstofcelmotoren zijn al concurrentieel over een gebruiksduur van vijf jaar.
Drempels
Maar er zijn ook aanzienlijke drempels en uitdagingen, stelt de studie. Vooral in de nieuwe energie-infrastructuur moet stevig geïnvesteerd worden: 80 tot 140 miljard tegen 2050. En er is behoefte aan omscholing arbeiders in de productie- en energiesector.
“Uitstootloze technologie evolueert snel, en deze studie toont aan dat ze binnen enkele jaren al kan concurreren wat betreft de kosten”, zegt Pete Harrison van de European Climate Foundation, die de studie bestelde. “Zowel bedrijven als politici zullen moeten beslissen of ze hun politieke en financiële kapitaal willen investeren in de erfenis van diesel, of deel willen uitmaken van deze nieuwe wereldwijde technologische race.”
Geruststellend
Ook grote spelers binnen de sector zien kansen in de keuze voor schonere technologieën. “Het transport is de enige sector in Europa waar de uitstoot nu hoger is dan in 1990 en dreigt een aanzienlijke last te worden naarmate Europa zijn klimaatbeloften binnen het akkoord van Parijs probeert na te komen”, beseft Erik Wirsing, directielid bij transportbedrijf DB Schenker. “Het beleid is steeds meer gericht op de uitstoot van het transport, steden vaardigen een dieselverbod uit en consumenten vragen om CO2-arme diensten. Redenen genoeg voor de transportsector om de waardeketen opnieuw uit te vinden en de voordelen in te zien van nieuwe bedrijfsmodellen dankzij een elektrische vloot en slimme laadsystemen.”
“De elektrificatie van vrachtwagens in Europa zal van groot belang zijn om het klimaatakkoord van Parijs na te komen”, zegt ook Anders Berger van vrachtwagenbouwer Volvo Group. “Het is geruststellend dat die verandering niet alleen grote milieuvoordelen met zich meebrengt, maar ook economische groei en banen oplevert.”
Ook Berger roept beleidsmakers op om hun deel van het werk te doen. “Beleidsmakers moeten de drempels aanpakken die bestaan voor het uitrollen van een laadnetwerk, en werken aan standaarden en oplossingen voor de financiële risico’s om de verandering te versnellen.”