Onderzoek bij 16.000 vrijwilligers toont aan dat longkanker dankzij screening met CT-scan in een veel gunstiger stadium kan worden ontdekt.
Het Nederlands-Belgisch proefbevolkingsonderzoek naar longkanker (het NELSON-onderzoek) heeft aangetoond dat dankzij een CT-scan van de longen, longkanker in een veel gunstiger stadium kan worden ontdekt. Hierdoor wordt de kans om aan deze ziekte te overlijden met bijna 26% verlaagd. Het onderzoek bij 16.000 vrijwilligers omvatte ook bijna 7.000 personen die in de 10 jaar voor de start van de studie waren gestopt met roken. De resultaten van het NELSON-onderzoek werden vandaag op het Wereld Longkanker Congres in Toronto gepresenteerd.
Proefbevolkingsonderzoek met 16.000 deelnemers
In drie regio’s in Nederland en in de Leuvense regio in België werden in de periode 2003-2006 ruim 600.000 mensen in de leeftijdsgroep 50-74 aangeschreven via de bevolkingsregisters. Zij kregen vragen over hun gezondheid. Bij ruim 30.000 personen van deze groep werd op basis van hun antwoorden geschat dat zij een verhoogd risico op longkanker hadden. Zij werden uitgenodigd om mee te doen aan het proefbevolkingsonderzoek. 16.000 personen reageerden positief.
De helft van de deelnemers (de screengroep) werd een screening door middel van vier CT-scans aangeboden. Tussen die CT-scans zat een tijdsverschil van achtereenvolgens 1, 2 en 2,5 jaar. De andere helft (de controlegroep) kreeg geen CT-scan. Er was toen immers nog geen bewijs dat deelnemers van deze vroege opsporing voordeel zouden ondervinden. De scans werden gemaakt in het Spaarne Ziekenhuis te Haarlem, in het UMC Utrecht, in het UMC Groningen en in UZ Leuven.
CT-scan helpt bij vroegtijdig herkennen longkanker
Na 10 jaar werd bij 443 personen uit de screengroep longkanker ontdekt, terwijl in de controlegroep bij 394 personen longkanker aan het licht kwam, meestal naar aanleiding van klachten. In die controlegroep werd bijna 50% in het meest ongunstige en ongeneeslijke stadium (IV) gevonden, terwijl in de gescreende groep dat slechts bij 10% het geval was. De CT-scan kon dus jaren eerder een belangrijk vlekje in de longen als longkanker aanduiden en zo de behandeling vroeg laten opstarten. Na 10 jaar waren in de controlegroep 214 mannen overleden aan longkanker tegenover 157 mannen in de screengroep: een verschil van 26%. Opmerkelijk was dat onder de kleinere groep vrouwen die deelnam, het verschil in sterftecijfer nog groter was, rond de 40 tot 60%.
Veel gezondheidswinst
“Een resultaat van wereldklasse”, zegt prof. de Koning van de afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg van het Erasmus MC in Rotterdam en hoofdonderzoeker van de NELSON-studie.
Er is tot nu toe slechts één grote studie in de Verenigde Staten die heeft aangetoond dat een CT-scan de sterfte aan longkanker omlaag kan brengen en daarmee beter is dan het maken van een ouderwetse longfoto. Maar in die studie werd maar liefst bijna 25% van de gescreende personen eerst voor een vervolgonderzoek doorgestuurd naar het ziekenhuis. In de NELSON-studie werd slechts 2,3% van de deelnemers na een CT-scan doorgestuurd. Dit omdat de radiologen op basis van het volume en de groeisnelheid van vlekjes in de longen schatten welke personen een heel hoge kans op longkanker hadden.
“Een relatief nieuwe techniek, die onrust voorkomt en geld bespaart,” stelt prof. de Koning. “We zijn nu de eerste en vermoedelijk enige studie die aantoont dat dit innovatieve maar strenge beleid ook veel gezondheidswinst oplevert, en zelfs meer dan in de Amerikaanse studie was vastgesteld. Stoppen met roken, of er helemaal niet mee beginnen, blijft een topprioriteit. Maar met longkankerscreening zijn jaarlijks duizenden volwassenen geholpen, ook zij die netjes al jaren met roken gestopt zijn, maar nog steeds veel risico lopen.”
Voor wie nooit of relatief weinig gerookt heeft, heeft dit onderzoek geen nut want dan loopt men sowieso weinig risico.
Screening longkanker dringt zich op
“In België is longkanker nog steeds de meest frequente oorzaak van kankersterfte”, zegt prof. dr. Nackaerts van de dienst pneumologie van UZ Leuven die het onderzoek in Leuven coördineerde. De belangrijkste reden is de laattijdige diagnose, omdat de ziekte in een vroegtijdig stadium vaak geen symptomen geeft. Screening voor longkanker met een lage-dosis-CT-scan van de longen leidt tot een vroegere diagnose en een bewezen betekenisvolle afname van de longkankersterfte.”
Op basis van deze NELSON-studieresultaten zou de screening voor longkanker dan ook zo snel mogelijk moeten worden georganiseerd, zoals dit al gebeurt voor borst-, baarmoederhals- en colonkanker. “De longkankerscreening moet idealiter wel volgens het NELSON-protocol worden gepland, uitgevoerd en opgevolgd,” duidt professor Nackaerts. “Praktisch houdt dat in dat dezelfde methodiek wordt gebruikt voor de selectie van de te screenen rokers, voor het uitvoeren van de CT-scans (de lage-dosis-techniek), voor het aflezen van de gemaakte CT-scans (het beoordelen, het classificeren van longnodulen en het gebruiken van een screeningdatabank van longnodulen) en ook voor de aanpak van longnodulen die als erg verdacht worden bestempeld tijdens screening.”
Voor de NELSON-studie gebeurde dit in UZ Leuven met een multidisciplinair longnodulen-managementplan via de diensten pneumologie-oncologie, radiologie, nucleaire geneeskunde, thoracale heelkunde en radiotherapie.