De nieuwe Spaanse regering verrast met een ambitieus klimaatplan: in de volgende dertig jaar moet de hele elektriciteitsproductie in Spanje vergroenen. De verkoop van auto’s op fossiele brandstoffen wordt in 2040 verboden.
Terwijl de vorige conservatieve Spaanse regering nog de subsidies voor zonne-energie afbouwde, gooit de nieuwe premier Pedro Sánchez Pérez-Castejón het roer radicaal om. Zijn regering lanceert een nieuw wetsvoorstel dat mikt op 70 procent hernieuwbare elektriciteit tegen 2030. Twintig jaar later al moet alle elektriciteit in Spaanse uit hernieuwbare energie komen.
Om die doelstelling te halen, wil de Spaanse regering in de volgende tien jaar al minstens 3.000 megawatt aan wind- en zonne-energieprojecten bouwen. Tegelijk komt er een verbod op verkennende boringen naar nieuwe fossiele brandstofvoorraden, zowel op land als op zee. Nieuwe brandstofsubsidies worden verboden, en de bestaande subsidies zullen worden uitgefaseerd.
“Ons voorstel is om de Spaanse uitstoot binnen de tien jaar al met een derde te verminderen”, zegt de Spaanse minister voor Ecologische Transitie Teresa Ribera. “Dat is een internationale mijlpaal en een teken van onze vastberadenheid in de strijd tegen de klimaatverandering.”
Geen brandstofauto’s meer
Opvallend is ook dat de regering de verkoop van voertuigen op fossiele brandstoffen verbiedt vanaf 2040. Dat is belangrijk, want Spanje is de tweede grootste autobouwer in Europa. Het verbod geldt bovendien niet enkel voor conventionele diesel- of benzinewagens, maar ook voor hybride auto’s of voertuigen die op aardgas rijden.
Spaanse steden met meer dan vijftigduizend inwoners moeten voor 2023 een lage-emissiezone invoeren.
Tot slot zet Madrid ook in op energiebesparing: de energie-efficiëntie moet in de volgende elf jaar met 35 procent verbeteren en de openbare sector mag enkel nog gebouwen huren die bijna energie-neutraal zijn.
Het wetsvoorstel kan nog voor het einde van het jaar goedgekeurd worden door het Spaanse parlement.