Een praktische oplossing voor de klimaatcrisis is niet zo ver te zoeken, zeggen klimaatexperts Kelly Levin en Ruben Lubowski. “We kennen de ingrediënten voor succes. Land herstellen en bomen aanplanten”.
Net voor de start van de klimaattop in Katowice lanceerde het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP) een rapport waarin te lezen stond dat de klimaatbeloftes van de landen niet volstaan om de opwarming van de aarde onder de 2 graden Celsius te houden.
“De ambitie van de landen ligt niet in de lijn van wat werd overeengekomen in Parijs”, zegt Kelly Levin van het World Resources Institute en een van de auteurs van het rapport. “Als we doorgaan zoals we nu bezig zijn, stevenen we af op een opwarming van 3 graden of meer.”
Land en bos
Het Uitstootrapport 2018 van UNEP stelt dat overheden hun inspanningen minstens moeten verdrievoudigen om de opwarming onder de afgesproken grens te houden. Ook bleek uit de studie dat de uitstoot van broeikasgassen in 2017 weer was toegenomen.
Terwijl veel aandacht gaat naar de noodzaak om die uitstoot te reduceren door het gebruik van fossiele brandstoffen af te remmen, zijn er ook andere oplossingen waar veel minder aandacht aan wordt besteed: landherstel en herbebossing.
Ontbossing, derde grootste vervuiler
“Ik denk dat men zwaar onderschat hoe belangrijk dit wel is”, zegt medeauteur van het rapport Ruben Lubowski. “Het is nochtans een van de snelste en goedkoopste manieren, en ook meteen beschikbaar.”
Volgens de VN-Conventie tegen Verwoestijning (UNCCD) representeert het landgebruik tussen 25 en 30 procent van de globale uitstoot. De ontbossing van tropisch woud alleen telt al voor 8 procent van de uitstoot van CO2. Mocht ontbossing een land zijn, zou het de derde grootste vervuiler ter wereld zijn.
“Ontbossing tegengaan heeft al bewezen dat het de meest betrouwbare en omvangrijke oplossing is”, zegt Lubowski. “We moeten hierin verder durven denken. We zijn zelfs nog niet echt begonnen om deze kans echt grondig te onderzoeken.”
Ga waar het geld is
De meest effectieve manier om de uitstoot te reduceren en investeringen met een lage milieu-impact te stimuleren komt via fiscaal beleid, weet Lubowski.
“Fiscale maatregelen en emissiehandelprogramma’s hebben een belangrijke rol in het landgebruik, met name in de ontbossing van tropische wouden”, zegt hij.
Hij wijst op ecologisch fiscaal beleid om lokale gemeenschappen van inkomsten te voorzien als ze aan natuurbehoud doen of hun inspanningen hiertoe willen uitbreiden. Zonder middelen worden lokale overheden immers verplicht om land juist af te staan aan de landbouwsector, de industrie of de bouw om zo inkomsten te genereren.
Slechts een klein aantal landen heeft zo’n fiscaal beleid geïmplementeerd. Brazilië was eerst met het ICMS-E programma dat tussen 1992 en 2000 heeft geleid tot een toename van natuurgebied met 165 procent – meer dan een miljoen hectare beschermd gebied.
De zuidelijke Braziliaanse staat Paraná investeerde 5 procent van de gemeentebelasting aan de bescherming van natuur en inspanningen om de biodiversiteit te bewaren. De totale Braziliaanse strijd tegen de ontbossing heeft in deze periode geleid tot een afname van bijna 30 procent van de uitstoot van broeikasgassen.
Jair Bolsonaro
Vandaag stijgt de bezorgdheid dat de nieuw verkozen president Jair Bolsonaro deze trend zal keren, zeker nu hij pleit voor de vermindering van beschermd natuurgebied, het opdrijven van mijnbouw in het Amazonegebied en zelfs de afschaffing van het Ministerie van Milieu.
Buurland Colombia heeft een andere benadering gekozen dan Brazilië, door een belasting in te voeren voor elke ton CO2 die een bedrijf uitstoot. Deze belastinginkomsten stromen door naar landbehoud en duurzame ontwikkeling van het platteland.
Het fiscale beleid voorziet ook in een vrijstelling van het betalen van CO2-belasting als bedrijven CO2-neutraal worden of zich engageren in CO2-compensatieprogramma’s (offsetting).
Ingrediënten voor succes
Omdat het behoud van land zo belangrijk is, zijn maatregelen om land te herstellen en te beschermen cruciaal, zegt Lubowski, al is hij er net als Levin van overtuigd dat dit alleen niet voldoende is om het tij te keren.
“We hebben nood aan actie, en dat uit élke sector. We moeten af van fossiele brandstoffen en kiezen voor schone energiebronnen, we moeten de ontbossing een halt toeroepen en aan landherstel doen, de uitstoot van broeikasgassen in de landbouw aanpakken, in de mobiliteitssector, in de steden”, zegt Levin.
Volgens het UNEP-rapport zou de uitstoot in 2030 met 10 procent dalen als de subsidies voor fossiele brandstoffen worden uitgefaseerd.
“We kennen de ingrediënten voor succes, we weten wat ons te doen staat. Het zal zelfs geen handenvol geld kosten in vergelijking met de voordelen die het ons zal leveren. Het is gewoon een kwestie om het te doen”, voegt Levin nog toe.
Bomen zijn de toekomst
Lubowski beaamt en hamert nog eens op de noodzaak van meer internationale samenwerking rond bossen en de herbebossing van land. Volgens hem is dit de beste manier om resultaat te boeken op een kostenefficiënte manier.
“Dit is opnieuw een heel belangrijk moment voor landen om hun engagement te tonen en hun inspanningen te verhogen tegen 2020. Het is een test voor de kracht van het Parijse akkoord. Deze klimaattop moet een duidelijke en ambitieuze boodschap brengen”, concludeert Levin.