Er studeren te weinig studenten uit kansengroepen aan onze universiteiten, Zij die de weg wél vinden, scoren beduidend minder goed dan het gemiddelde. Met het Diversiteitsactieplan wil de Antwerpse universiteit daar verandering in brengen. “Het is tijd om een versnelling hoger te schakelen”, stelt rector Herman Van Goethem.
UAntwerpen investeert al jaren in een goed diversiteitsbeleid. Dat werpt zijn vruchten af, blijkt uit de cijfers: in 2014 had 12,5 procent van de generatiestudenten (zij die voor de eerste keer aan een opleiding in het hoger onderwijs beginnen) een migratieachtergrond1. In 2018 is dat percentage gestegen tot 19,2. Ook voor studenten uit andere kansengroepen, zoals meertalige studenten of studenten die als eerste in het gezin hogere studies aanvatten, is de instroom gestegen.
Toch benutten we nog te weinig het potentieel dat aanwezig is in de Antwerpse mondiale context. Bijna de helft van de leerlingen uit het Antwerpse secundair onderwijs spreekt thuis geen Nederlands en heeft een moeder die laag is opgeleid. Die diversiteit vinden we niet in dezelfde mate terug aan UAntwerpen.
Systematische prestatiekloof
“De stijgende instroom van studenten uit kansengroepen is een positieve ontwikkeling”, zegt rector Van Goethem. “Maar we mogen zeker niet op onze lauweren rusten. Instroom is één ding, maar we merken dat veel jongeren uit kansengroepen zich niet helemaal thuis voelen aan de universiteit. Dat leidt tot een systematische prestatiekloof: hun studierendement ligt gemiddeld twintig procent lager dan bij andere studenten.”
UAntwerpen werkte de voorbije maanden een Diversiteitsactieplan uit met een heldere visie, een doortastende aanpak en negentien concrete acties om de diversiteit te verhogen. Faculteiten kunnen aan de hand van dit plan een gecoördineerd beleid uitwerken op maat van hun eigen noden en krijgen de nodige ondersteuning om dit waar te maken. Ze komen alle studenten van UAntwerpen ten goede, maar in het bijzonder de studenten uit de kansengroepen.
Het plan heeft een dubbele doelstelling: de instroom van studenten uit kansengroepen vergroten en tegelijkertijd de prestatiekloof dichten. Van Goethem: “We beseffen dat er geen ultieme maatregel bestaat om diversiteit te verwezenlijken. Maar een combinatie van acties zal ongetwijfeld een invloed hebben. Ook op de cultuur en de structuur binnen de universiteit, want ook daar willen we aan werken.”
Enkele van de negentien acties uit het Diversiteitsactieplan:
Vakkenscan: het doel van de vakkenscan is zicht krijgen op de eventuele prestatiekloof, en op mogelijke drempels die bepaalde opleidingsonderdelen voor kansengroepen vormen. Zodra opleidingen zicht hebben op welke opleidingsonderdelen voor studenten een struikelblok vormen, kan daar aan worden gewerkt.
Groepswerk diverser maken: er bestaat geen ideale manier om groepjes samen te stellen bij groepswerk, maar het is van belang dat studenten doorheen hun opleiding contacten leggen met medestudenten met diverse achtergronden.
Infomoment voor generatiestudenten en hun ouders: Een infomoment aan het begin van het academiejaar waar startende studenten en hun ouders op een laagdrempelige manier inkijk krijgen in de academische wereld zorgt voor een verhoogde betrokkenheid bij de ouders en een grotere sense of belonging bij studenten.
Lesinhouden afstemmen op de diverse samenleving: tijdens de colleges, over alle opleidingen heen, worden voortdurend voorbeelden gegeven. Wanneer er ook verwezen zou worden naar wetenschappers en rolmodellen met een niet-westerse culturele achtergrond, kan dat de intellectuele en intrinsieke motivatie van studenten versterken.
Mentoraat Plus: een universiteitsbrede mentorwerking waarbij kwetsbare eerstejaarsstudenten een persoonlijke mentor krijgen toegewezen en zowel individueel als in groep ondersteund worden.
Korf met keuzevakken: vanaf het academiejaar 2019-20 biedt UAntwerpen drie ‘korven’ met keuzevakken aan. Die handelen rond ‘actief pluralisme en interculturaliteit’, rond ‘maatschappelijk engagement’ en rond verbredende en interdisciplinaire vakken. Het gaat vaak om vakken die nauw aanleunen bij het thema diversiteit, zoals religie en zingeving; stad en diversiteit; migratie, integratie en diversiteit. Hierin wordt een onderdeel ‘maatschappelijk engagement’ ingebracht, waarbij studenten leerervaring opdoen in de vorm van dienstbaarheid naar de maatschappij.
1 Een student met een migratieachtergrond is een student die een hoofdverblijfplaats (officieel thuisadres) heeft in België op het moment van de inschrijving/registratie; en een Belgische diploma secundair onderwijs heeft; en OF zelf niet de Belgische nationaliteit heeft OF minstens één ouder OF minstens twee grootouders heeft die bij geboorte een nationaliteit bezit of bezat die niet behoorde tot: België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Ierland, IJsland, Liechtenstein, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Zwitserland.