De milieubeweging stelt zich niet langer alleen tot doel mensen bewust te maken van milieuproblemen. Veel milieu-instellingen en -organisaties proberen mensen ook weer voeling te laten krijgen met de natuur en uit recent onderzoek blijkt dat een dagelijkse dosis natuur in de stad daar enorm bij kan helpen, aangezien de meerderheid van de mensen in steden leeft.
Elk jaar organiseren de Wildlife Trusts in het Verenigd Koninkrijk hun campagne 30 Days Wild. Daarmee willen ze mensen aanzetten om in de maand juni elke dag ‘wat natuur in hun leven te brengen’. En de Internationale Unie voor Natuurbescherming, International Union for Conservation of Nature, heeft onlangs #NatureForAll gelanceerd, een programma dat de liefde voor de natuur wil aanwakkeren.
De aandacht verschuift dus en dat begin je ook aan het milieubeleid te merken. Het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld verkondigt in zijn milieuplan voor de volgende 25 jaar dat mensen voeling doen krijgen met de natuur een van de zes punten is waarop het extra wil inzetten. Datzelfde zien we in Australië, waar het Biodiversiteitsplan 2037 van de deelstaat Victoria stelt dat alle inwoners van Victoria met de natuur verbinden een van de twee topprioriteiten is.
De filosofie achter die aanpak is eenvoudig: wie mensen met de natuur verbindt, zal die ook kunnen motiveren om hun manier van leven dusdanig aan te passen dat ze de natuur beschermen en respecteren. Er zijn aanwijzingen dat mensen die een sterke band met de natuur hebben vaker milieubewust zijn en zich milieuvriendelijker gedragen.
Verder kijken dan het park
Maar het is niet zo eenvoudig om iemands band met de natuur – het gevoel hebben dat hij deel uitmaakt van de natuur – te versterken. Meer dan de helft van de wereldbevolking woont in een stad, in Australië loopt dat percentage zelfs op tot 90%. Dat verkleint hun mogelijkheden om de natuur te ervaren en er een band mee te voelen.
Onze nieuwe studie kan enkele oplossingen aanreiken. Uit een onderzoek bij inwoners van Brisbane bleek dat zij die als kind in de natuur opgroeiden of thuis of in hun voorstad regelmatig met de natuur in contact kwamen eerder geneigd waren te zeggen dat ze een band hadden met de natuur.
De studie hanteerde een ruime definitie van natuur in de stad zodat ze van toepassing was op alle planten en dieren die in de stad voorkomen. Als we stadsbewoners voeling willen laten krijgen met de lokale natuur moeten we het breed zien en ‘verder kijken dan het park’. Alle elementen van de natuur in de stad kunnen een opportuniteit zijn, een kans voor mensen om natuur te beleven en het gevoel te stimuleren dat ze er een band mee hebben.
De studie bestudeerde ook de relatie tussen natuurervaringen als kind en als volwassene. De resultaten geven aan dat mensen die als kind weinig in contact zijn gekomen met de natuur toch een hechte band met de natuur kunnen opbouwen door als volwassene natuurervaringen op te doen.
Er zijn extra inspanningen gedaan om kinderen voeling te doen krijgen met de natuur, bijvoorbeeld via programma’s zoals Forest Schools en Nature Play (bosklassen en natuurervaringen voor kinderen). Die inspanningen zouden ook aan volwassenen moeten worden geleverd, om hen aan te moedigen natuurervaringen op te doen en voeling te krijgen met de natuur, met bijzondere aandacht voor mensen die geen natuurervaringen hebben.
De voordelen van natuurbeleving
We weten nog lang niet alles over de manier waarop een mens een band met de natuur opbouwt. We moeten meer inzicht krijgen in hoe mensen met verschillende culturele en sociale achtergronden verschillende soorten natuur ervaren en welke relatie ze ermee hebben. Dat gezegd zijnde, we weten intussen wel al dat veelvuldige lokale natuurervaringen een belangrijke rol kunnen spelen.
Een dagelijkse dosis stadsnatuur levert tal van voordelen op, ze stimuleert niet alleen de verbondenheid tussen mens en natuur, ze verbetert ook het fysieke, mentale en sociale welzijn. Er komen steeds meer bewijzen dat blootstelling aan de natuur, zeker in een stedelijke omgeving, stadsbewoners gezonder en gelukkiger maakt.
Robert Dunn en zijn collega’s hebben al gesteld dat stedelijke natuurbeleving een belangrijke factor is om stadsbewoners warm te maken voor natuurbescherming. Ze beschreven de ‘pigeon paradox’ (paradox van de duif): de beleving van stadsnatuur heeft vaak weinig ecologische waarde – bijvoorbeeld de interactie met niet-inheemse soorten – maar kan belangrijke ecologische voordelen hebben wanneer mensen zich daardoor milieubewuster gaan gedragen. Ze stelden dat de toekomst van de natuurbescherming afhangt van het feit of stedelingen in de stad natuur kunnen beleven.
Er komen almaar nieuwe bewijzen bij en we moeten op dat idee durven inzetten. Het ziet ernaar uit dat de toekomst van onze band met de natuur, van ons welzijn en de bescherming van de natuur staat of valt met het feit of stadsbewoners in de stad natuur kunnen beleven.
Bron: The Conversation