Internationale groeperingen doen inspanningen om de ontbossing een halt toe te roepen. Het programma van de Verenigde Naties REDD+ helpt ontwikkelingslanden om aan bosbehoud te werken en duurzaam bosbeheer te promoten om zodoende de uitstoot van CO2 te verminderen.
Interview met Tim Cristophersen, coördinator van de afdeling zoetwater, bodem en klimaat bij het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP).
Hoe is het momenteel gesteld met de ontbossing in de wereld?
Tim Cristophersen: “Het goede nieuws is dat het tempo van de globale ontbossing afneemt sinds 2000. Op een bepaald moment was het tempo zelfs gehalveerd. Er is nog steeds veel ontbossing, maar het gaat trager, dus dat is deels goed nieuws. We zien ook dat er veel aan herbebossing en bosherstel wordt gedaan in ontboste gebieden. Die nieuwe bossen kunnen natuurlijk niet de biodiversiteit en het ecosysteem vervangen van de oude bossen.
“In sommige landen gaat de ontbossing ook juist sneller. Het is dus een genuanceerd verhaal, maar zeker geen doemscenario.”
Welke vooruitgang ziet u en welke ontwikkelingen baren u zorgen?
TC: “In Europa is de evolutie gunstig, daar worden miljoenen hectaren bos per jaar aangeplant. In Azië en de landen rond de Stille Oceaan is een gemengd beeld te zien. China investeert zwaar in bosherstel en plant miljoenen hectares nieuwe bossen, terwijl in landen zoals Myanmar de ontbossing versnelt.
“Een recente bezorgdheid betreft Brazilië, waar de nieuwe regering de bescherming van het Amazonewoud waarschijnlijk zal afbouwen. We vermoeden dat ze de positieve evolutie niet zullen kunnen aanhouden, zeker niet die van de jaren 2007 tot 2012 toen de ontbossing met 70 procent was verminderd.”
Welke rol speelt REDD+ hierbij? Zijn er successen geboekt dankzij de inbreng van dit programma?
TC: “Hierdoor zijn onder meer de rechten van de inheemse bevolking op de voorgrond gezet in het debat over landgebruik en bosbehoud. De inheemse gemeenschappen spelen een belangrijke rol in de discussies over het klimaat, en REDD+ heeft geleid tot een stevige steun in de rug daartoe.
“Door die internationale steun zijn over de hele wereld lokale gemeenschappen zich bewust geworden van hun rechten en van het feit dat ze mogen meebeslissen over natuurlijke rijkdommen in hun gebied – wat vroeger lang niet altijd het geval was. In Panama bijvoorbeeld hebben we samengewerkt met lokale gemeenschappen om de bebossing in kaart te brengen en prioritaire gebieden voor REDD+ herbebossingsinvesteringen te bepalen. In Ecuador waren de lokale gemeenschappen van bij het begin betrokken bij het uittekenen van de REDD+ structuur. Er zijn ook mogelijke kopers die bereid zijn te investeren in initiatieven die de ontbossing duidelijk aantoonbaar afremmen. We hebben niet de verhoopte financiële middelen zien toevloeien voor de bebossingsinitiatieven van REDD+, maar dat begint nu te verbeteren.
“We hopen ook dat steeds meer landen hun uitstootvermindering duidelijk naar voor zullen brengen en zullen aftoetsen aan de klimaatverdragen.
“Het is zo dat landgebruik en bebossing ongeveer 30 procent uitmaken van het klimaatprobleem. Maar bomen kunnen heel makkelijk ook de oplossing bieden voor het klimaatprobleem. Momenteel veroorzaakt de ontbossing 25 procent van de CO2-emissie, terwijl bossen wel een derde van alle uitgestoten CO2 ter wereld zouden kunnen opnemen. Toch heeft herbebossing maar 3 procent van de budgetten voor klimaatmaatregelen ontvangen. Er is dus een enorme discrepantie tussen de kansen die natuurlijke oplossingen bieden, en de financiering ervan.”
De laatste tijd wordt er veel gepraat over natuurlijke oplossingen voor het klimaatprobleem. Welke zijn dat en hoe kunnen die eruit zien in de praktijk?
TC: “Natuurlijke oplossingen helpen wel degelijk om de klimaatverandering en andere natuurproblemen aan te pakken. Door de kracht van de natuur in te zetten kun je ecosystemen herstellen of verbeteren. Dat gebeurt nu al. Zo kunnen bossen bodemerosie tegengaan en overstromingen voorkomen. Of het water filteren tot drinkwater voor stedelingen.
“Dat gebeurt in feite al over de hele wereld, maar het wordt niet altijd onderkend. Ongeveer een derde van alle grote steden in ontwikkelingslanden halen hun drinkwater uit beboste gebieden. Als die bossen verdwijnen, zou dat een negatieve impact hebben op de drinkwatertoevoer van heel veel mensen.
“Het is vaak goedkoper of kostenefficiënter voor steden, provincies en landen om te investeren in bosbehoud en bosherstel dan in andere oplossingen voor waterzuivering en drinkwatertoevoer. Een ander voorbeeld is de rol die mangroves spelen in bescherming tegen overstromingen. Ook hier zie je dat het voordeliger kan zijn om te investeren in de aanplanting en het behoud van mangroves, dan in het bouwen van dijken of andere betoninfrastructuur.”
Boomaanplanting wordt al vaak ingezet om de klimaatverandering en bodemverschraling tegen te gaan. Maar er is ook kritiek op het nut daarvan. Volstaat het om gewoon bomen te planten?
TC: “Bomen planten alleen volstaat niet, want bomen zijn een beetje zoals kinderen. Het volstaat niet om ze op de wereld te zetten, je moet er ook voor zorgen dat ze goed opgroeien. Dat wordt vaak over het hoofd gezien. Je kunt die geplante bomen niet aan hun lot overlaten want de oorzaak van de bodemverschraling, zoals overbegrazing, kan de bomen die je aanplant, juist snel weer doen afsterven. Dus het gaat meer over langetermijndenken, en een beter beheer van de natuurlijke rijkdommen.
“Bomen planten kan een van de elementen zijn in het kader van een langer proces van bos- en landschapsherstel. Er zijn ook andere belangrijke ecosystemen, zoals vennen en waterrijke natuurgebieden, maar bossen en bomen zullen in de volgende tien jaar een belangrijke rol spelen. Ik ben ervan overtuigd dat er meer en meer investeringen op dat vlak zullen komen. Want als je bomen plant en ze verzorgt, is dat een unieke kans om het doel van het klimaatakkoord van Parijs te halen, maximum 2 graden opwarming.”
De wereldbevolking groeit nog steeds aan, en er is ook steeds meer voedsel nodig. Is ontwikkeling verenigbaar met bodemherstel en natuurbescherming?
TC: “Absoluut. Ik durf zelfs te stellen dat grootschalig bodemherstel onze enige optie is om de steeds groeiende voedselproductie te verzekeren en duurzame ontwikkeling te bereiken. Zonder bodem- en bosherstel, halen we de doelstellingen van het klimaatakkoord waarschijnlijk niet. Natuurlijke oplossingen en grootschalige investeringen in het herstel van ecosystemen zijn absoluut essentieel. We merken dat steeds meer bedrijven dit ook inzien.
“De luchtvaartindustrie is een van de grote investeerders in CO2-uitstootcompensatie, met hun CO2-reductieschema dat ze CORSIA hebben genoemd. Het is zeker een optie om in financieringskanalen te voorzien voor de bescherming van bossen, maar er is natuurlijk ook een limiet aan hoeveel uitstoot we in realiteit kunnen compenseren.
“Compensaties mogen zeker geen vervanging zijn van drastische maatregelen om de uitstoot massaal te verminderen. Compensatiefondsen kunnen helpen om emissies te compenseren die bijna onmogelijk te vermijden of te verminderen zijn, maar ze mogen actie niet in de weg staan om de uitstoot van broeikasgassen uit de industrie en de landbouw te verminderen. We zien een groeiende interesse van landbouw- en voedingsbedrijven die investeren in bos– en bodemherstel, omdat ze de productie van voeding willen veilig stellen. Dat is bemoedigend.”