Onderzoekers van de Vrije Universiteit Brussel zijn er in geslaagd een nieuwe en efficiëntere gentherapie te ontwikkelen die ziekte van Duchenne tegenhoudt. Via gentherapie worden genen in de cellen geïntroduceerd met de bedoeling de onderliggende ziekte te genezen.
De ziekte van Duchenne is een erfelijke genetische spierziekte die de spieren aantast en afbreekt. De ziekte treft 1 op 3500 jongens en jonge mannen. Het is daarmee één van de meest voorkomende erfelijke aandoeningen. Deze nieuwe therapie biedt ook hoopvolle perspectieven voor de behandeling van andere erfelijke spierziektes.
VUB-professoren Marinee Chuah en Thierry VandenDriessche leiden momenteel de enige onderzoeksgroep in België die zich al meer dan 20 jaar toespitst op het ontwikkelen van gentherapie. DNA is het erfelijk materiaal dat bestaat uit een opeenvolging van 3 miljard chemische letters. Als er een fout optreedt in één van die letters, ontstaat er een erfelijk overdraagbare ziekte. Deze genetische typfout kan levensbedreigend zijn en hangt als een zwaard van Damocles boven het hoofd van de patiënten die hiermee geboren worden.
Professor VandenDriessche: “Ons onderzoek is geïnspireerd door een humanistische visie, waarbij men niet zomaar mag aanvaarden dat het menselijk lijden voorbestemd is door wat in het DNA geschreven staat”.
Bij patiënten die lijden aan de ziekte van Duchenne is de aandoening te wijten aan een defect in het dystrofine gen op het X-chromosoom. Hierdoor takelen de spieren onvermijdelijk af waardoor de patiënten niet meer zelfstandig kunnen bewegen. Bovendien tast Duchenne ook het hart en ademhaling aan. Hierdoor bezwijken deze patiënten uiteindelijk op relatief jonge leeftijd aan hart- en longfalen.
Bij erfelijk overdraagbare ziektes kan men door gentherapie de oorzaak van de ziekte op DNA-vlak trachten te corrigeren. Een doeltreffende en veilige gentherapie voor dergelijke erfelijke ziektes ontwikkelen is evenwel een grote uitdaging.
De onderzoeksgroep van professoren Marinee Chuah en Thierry VandenDriessche heeft nu een belangrijke doorbraak gerealiseerd in het onderzoek naar gentherapie voor erfelijke spierziektes, en in het bijzonder de ziekte van Duchenne: Ze ontwikkelden een soort van ‘moleculaire turbomotor’ die de doeltreffendheid en veiligheid van gentherapie voor de ziekte van Duchenne aanzienlijk verbetert. De veelbelovende strategie werd bij proefdieren met Duchenne uitgetest: “We stelden vast dat onze nieuwe gentherapie technologie de aftakeling van de spieren bij muizen met de ziekte van Duchenne verhinderde waardoor de ziekte genezen kon worden”, bevestigt prof. Chuah. “Dit vormt een eerste belangrijke stap naar verdere klinische toepassingen in patiënten met Duchenne.”
Breed toepasbaar
Via deze gentherapie kan niet alleen de aftakeling van de spieren verhinderd worden, maar ze kan ook toegepast worden om via ‘gene editing’ met CRISPR/Cas technologie met nanomoleculaire precisie genetische correcties in het DNA van patiëntencellen aan te brengen.
Bovendien heeft het onderzoek van Chuah en VandenDriessche belangrijke implicaties voor andere erfelijke spierziektes zoals de ziekte van Steinert.
Dit onderzoek verscheen op 30 januari 2019 in het wetenschappelijk tijdschrift Nature Communications.