Hoe meer tijd ouders met hun kinderen doorbrengen, hoe beter de latere studieresultaten van die kinderen. Israëlisch onderzoek heeft dat uitgewezen.
Onderzoekers van de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem verzamelden gegevens van 700.000 kinderen: 22.000 kinderen hadden een ouder verloren voor ze achttien waren, van 77.000 kinderen waren de ouders gescheiden, en 600.000 kinderen hadden beide ouders nog.
De studie richtte zich op het toelatingsexamen voor de universiteit. Dat examen is zwaar in Israël: slechts 57 procent van de scholieren slaagt ervoor. Was er een verband tussen de slaagkansen en de situatie thuis?
Overblijvende ouder
De onderzoekers stelden vast dat niet alleen de genen of het inkomen van de ouders een grote rol spelen maar ook de tijd die de overblijvende ouder met zijn of haar kind doorbrengt.
En hoe jonger het kind was bij de scheiding of het overlijden van een van zijn ouders, hoe groter de impact van de overblijvende ouder.
“Studiesucces heb je niet alleen bij slimme ouders die slimme kinderen hebben”, concludeert Eric Gould van de Hebreeuwse Universiteit.
Slagen van het kind
“We ontdekten dat als een moeder sterft, haar opvoeding minder belangrijk wordt voor het slagen van haar kind, terwijl de opvoeding van de vader belangrijker wordt. Als een vader sterft, gebeurt het omgekeerde”, zegt Bruce Weinberg van de Amerikaanse Ohio State University, die meewerkte aan de studie. “Deze relaties zijn sterker als de ouder sterft wanneer het kind jonger is.”
Het onderzoek is vandaag gepubliceerd op de website van het National Bureau of Economic Research.