In Faya-Largeau, in het noorden van Tsjaad, heeft Handicap International zijn proefproject met drones gelanceerd. De organisatie experimenteert het gebruik van drones om de aanwezigheid van mijnen te detecteren, wat de duur van ontmijningsoperaties in de toekomst kan verminderen. Projectverantwoordelijke, Xavier Depreytere, legt uit hoe de operaties verliepen.
“We hebben de eerste testen in de woestijn van Faya, in het noorden van Tsjaad, in januari gestart. Het gebied is daar zwaar vervuild door het conflict met Libië in de jaren ’80,” vertelt Xavier Depreytere, projectverantwoordelijke voor Handicap International. “De drone vloog over 300 hectare – een oppervlakte van 430 voetbalvelden – in slechts twee uur tijd! Een aanzienlijke tijdswinst voor het opsporen van mijnen.”
Drone met camera
“De drone is uitgerust met een camera zodat grote zones nauwkeurig in kaart kan gebracht worden. Vervolgens worden de geolokalisatiegegevens gecentraliseerd in een cloud. Tijdens deze eerste testen hebben we ons verschillende vragen gesteld: Aan welke hoogte moet de drone vliegen? Welke gegevens zijn nodig voor de ontmijners?,” vertelt Depreytere. “De drone vloog deze keer aan twee meter hoog. Het doel: de gegevens samenstellen om een ultra-precieze kaart te hebben.”
Achttien keer België
Mijnen en oorlogsexplosieven vormen dagelijks een gevaar voor de burgerbevolking in 61 landen en remmen de ontwikkeling van die landen af. Landbouwgronden die mijnen en andere explosieven bevatten, kunnen niet langer ontgonnen worden. De situatie heeft een impact op de landbouw en de economie van hele regio’s. In Tsjaad spreken we over een verontreinigd gebied van 100 miljoen m². Handicap International en zijn partners rekenen erop dat ze op 4 jaar tijd 3 miljoen m² zullen ontmijnen, of ongeveer 18 maal de oppervlakte van België.