In het sterk gecentraliseerde Cuba hebben de 168 gemeenten nauwelijks autonomie. Daar komt verandering in met de nieuwe grondwet die vandaag (woensdag) in werking treedt. “Niemand weet beter dan wij wat we hebben en wat we nodig hebben.”
Een van de meest ingrijpende veranderingen in de nieuwe grondwet – de oude dateert van 1976 – is de autonomie van de gemeenten, zeggen zowel lokale overheden, deskundigen als burgers. Al blijven sommigen sceptisch over de levensvatbaarheid van de nieuwe grondwet.
“We hebben ons goed voorbereid op deze nieuwe aanpak”, zegt Juan Leonardo Huepp, de huidige burgemeester van Palma Soriano, de op een na belangrijkste gemeente in de provincie Santiago de Cuba, in het oosten van het land. “Niemand weet beter dan wij wat we hebben en wat we nodig hebben.”
Grotere verantwoordelijkheid
In afwachting van aanvullende wetten die de nieuwe grondwet concreet moet maken, bereiden de lokale besturen die verkozen zijn bij de algemene stembusgang 2017-2018, zich voor om hun eigen ontwikkeling meer in handen te nemen en een grotere verantwoordelijkheid ten aanzien van de burgers op te nemen.
“Wij zien de gemeentelijke autonomie als een haalbare kaart, het zal ons de kans zal geven om ons verder te ontwikkelen”, zegt Huepp. Zijn gemeente van 125.000 inwoners kampt met ernstige problemen, onder meer de toegang tot water en de gevolgen van de economische terugval waarmee het land sinds 2016 kampt.
De nieuwe grondwet bepaalt dat de gemeente “voor alle wettelijke doeleinden over autonomie en rechtspersoonlijkheid bezit” en ook over “eigen inkomsten en middelen die zij van de regering van de Republiek ontvangt”. Een van de eerste wetten die het parlement nu moet behandelen is een Gemeentewet.
Hervormingen
De gemeentelijke autonomie maakt deel uit van de hervormingen die onder de regering van Raúl Castro (2008-2018) begonnen zijn en door de huidige regering van Miguel Díaz-Canel lijken te worden versterkt.
“Voor ons betekent de gemeentelijke autonomie niet alleen dat we zelfvoorzienend worden”, zegt Yamile Bruzón, viceburgemeester en verantwoordelijke voor economie in Palma Soriano. “De uitdaging is groot want met de autonomie worden we rechtstreeks verantwoordelijk voor het beheer.”
Lokale besturen klagen vaak dat ze te weinig mogelijkheden hebben om in te spelen op de vragen van burgers, omdat de bevoegdheden vooral bij de provincie en de centrale overheid liggen.
Resultaten
De lokale overheden moeten de mogelijkheid hebben “het werk zo te
organiseren dat de verwachte resultaten worden bereikt”, zegt Bruzón, een
onderwijzer van opleiding, die net zoals de burgemeester aan zijn eerste
termijn bezig is.
Blijven de resultaten uit, dan is dat de verantwoordelijkheid van het lokale
bestuur. “Het slaagde er dan niet in zich te organiseren, alles eerlijk te
verdelen of de belangrijkste prioriteiten te bepalen.”
Excessief verticalisme
Een studie van de juristen Julio Antonio en Michel Fernández, gepubliceerd door het onafhankelijke Laboratorio de Ideas Cuba Posible, analyseerde de sterktes en zwaktes van de lokale besturen, vooral op basis van een officieel experiment in Artemisa en Mayabeque, buurprovincies van Havana.
Het rapport signaleerde problemen als “excessief verticalisme”, “niet te verantwoorden vertragingen bij de goedkeuring of weigering van initiatieven”, gebrek aan “effectieve verantwoording” aan de burgers en een “gebrek aan financiële autonomie”.
Decentralisatie
“De gemeente verwerft juridische kracht op grondwettelijk niveau”, benadrukt sociologe Reina Fleitas.
Artikel 169 van de nieuwe grondwet bepaalt dat “de autonomie van de gemeente de verkiezing of benoeming van haar autoriteiten omvat, de bevoegdheid om te beslissen over het gebruik van haar middelen en de uitoefening van de bevoegdheden die ermee corresponderen, alsook om akkoorden en normatieve regels vast te leggen.”
Deze erkenning “zou de weg kunnen zijn naar de decentralisatie van het bestuur, naar de consolidatie van een meer authentieke participatie van de burgers en het wegwerken van de ongelijkheden die nog steeds bestaan tussen de gebieden”, zegt Fleitas.
Zoals in kapitalistische landen
“In het grootste deel van de wereld, in alle kapitalistische landen met representatieve democratieën, zijn gemeenten van groot belang in veel aspecten van het sociale, politieke en economische leven”, zegt dokter Andrés Dovale, die in Havana woont.
Volgens Dovale “kunnen we van dit model van gemeentelijke organisatie veel leren voor de decentralisatie in Cuba”. Meer nog, “het kan in ons land met nog meer succes worden toegepast.”
Consensus
Organisaties die sterk lokaal werken, zien veel uitdagingen. “Om een bestuur met een effectieve en duurzame dienstverlening te zijn, moeten de overheid en de gemeenschap worden getraind in burgerparticipatie, overlegprocessen en het bereiken van een consensus”, zegt Liliana Núñez, voorzitter van de Antonio Núñez Jiménez-stichting voor Natuur en Mens, een milieuorganisatie.
De “wetenschappelijke, culturele, economische en dienstverlenende gemeenschap” zijn van essentieel belang om het gemeentelijke beheer op alle domeinen te versterken, om dat beheer transparant te maken en om “de toegang tot informatie en de inzet van de mensen te stimuleren”, zegt Roberto Medina, die tot dezelfde organisatie behoort.
Sceptisch
Anderen staan sceptisch tegenover de mogelijke decentralisatie en de grondwetshervorming.
“De gemeentelijke autonomie en alle andere hervormingen zullen worden gekoppeld aan de beslissingen van de partij (Communistische Partij van Cuba)”, zegt schrijver Hugo Luis Sánchez over de grenzen van het eenpartijsysteem. Ook de nieuwe grondwet bepaalt dat de partij de “belangrijkste politieke leidende kracht van de maatschappij en van de staat” is.
De meeste andere landen van Latijns-Amerika en de Caraïben hebben de gemeentelijke autonomie al expliciet in hun grondwet opgenomen.