Onderzoek heeft aangetoond dat onderwijsbeleid dat kinderen uit lagere klassen meer kansen geeft op het volgen van een universitaire studie, ertoe leidt dat de gelukskloof tussen de rijke en arme burgers in het land verkleint.
Onderzoek heeft al eerder aangetoond dat beter opgeleide mensen meer kans hebben om gelukkig te worden.
Ook is het zo dat kinderen uit rijke en bevoorrechte milieus het beter lijken te doen op school en vaker naar de universiteit gaan dan kinderen uit arme gezinnen. Dit betekent dat tegen de tijd dat ze volwassen zijn, er een grote kloof is ontstaan tussen de mate van geluk van kinderen uit de (hoge) middenklasse en hun leeftijdsgenoten uit achtergestelde milieus.
Geluksonderzoek
Een Zweedse studie die gepubliceerd is in het British Journal of Sociology of Education toont echter dat dit niet per se het geval moet zijn, en dat de link tussen sociale klasse en geluk sterk beïnvloed wordt door onderwijsbeleid dat erop toeziet dat kinderen uit meer achtergestelde milieus niet achterblijven.
Onderzoekers van de Umeå-universiteit in Zweden analyseerden gegevens van de European Social Survey, een tweejaarlijks onderzoek dat sinds 2002 peilt naar geluk bij 15.000 personen tussen 18 en 29 jaar uit 25 landen.
Die resultaten werden vergeleken met de impact van vier verschillende beleidsstrategieën waaronder het doorstromen van kinderen naar gelang hun capaciteiten op vroege of latere leeftijd, de kostprijs van onderwijs en het al dan niet aanbieden van een tweede kans aan studenten die eerder faalden.
Onderwijs bepalend
Volgens de resultaten waren jongeren uit bevoorrechte sociale milieus meer tevreden over hun leven dan jongeren die opgroeiden in probleemgezinnen. Maar ook bleek dat de mate van ontevredenheid van deze laatste groep erg bepaald werd door het onderwijssysteem in hun respectievelijke land.
In landen die kinderen bijvoorbeeld meer tijd geven om hun talenten te ontwikkelen en ze niet al op jonge leeftijd op basis van hun mogelijkheden doorverwezen worden naar andere richtingen/schoolse systemen, blijkt de algemene tevredenheid tussen de verschillende sociale klassen verwaarloosbaar.
“De leeftijd om kinderen uit de middenklasse te laten doorstromen, heeft geen effect op hun welzijn, maar voor kinderen uit lagere sociale klassen blijkt dat pas doorstromen op latere leeftijd hun geluk enorm bevordert”, zegt Björn Högberg van Universiteit Umeå, de onderzoeksleider.
Jongeren uit lagere sociale klassen zijn ook opvallend gelukkiger als ze in landen wonen waar onderwijs betaalbaar is, waar universiteiten een lagere instapdrempel hebben en waar voorzien is in een tweede kans na een eerdere mislukking.
Hongarije versus Denemarken
Europese landen met de grootste gelukskloof tussen sociale klassen zijn Hongarije en Bulgarije. Hier dienen kinderen vroeg door te stromen op basis van hun mogelijkheden op jonge leeftijd en zijn herkansingen in het hoger onderwijs zeer beperkt.
Groot-Brittannië en Duitsland hebben ook significante kloven wat betreft het geluksgevoel tussen sociale klassen.
Het land waar het geluksniveau het meest vergelijkbaar is over de sociale klassen heen is Denemarken, een land dat een van de meest inclusieve vormen van onderwijs hanteert in heel Europa. Denemarken stimuleert studenten die het wat moeilijker hebben om pas op latere leeftijd van richting te veranderen, voorziet in onderwijs tegen een lage kostprijs en is genereus wat betreft tweede kansen om binnen te geraken in een universiteit.
Ook voor de andere rijke westerse landen geldt dat de gelukskloof kleiner wordt naarmate het onderwijsbeleid meer inclusief is.