Maken sociale media tieners ongelukkig? En zitten tieners met een laag zelfbeeld vaker op sociale media? Volgens veel mediaberichten wel. Maar die kloppen meestal niet, zeggen Britse onderzoekers.
We zien de krantenkoppen regelmatig passeren, over tieners die van al die perfecte Instagramfoto’s depressief worden, of over tieners met een laag zelfbeeld die hun toevlucht zoeken tot sociale media.
Maar die berichten kloppen meestal niet, zeggen onderzoekers van het Oxford Internet Institute. De onderzoeken waarop die mediaberichten gebaseerd zijn, deugen immers vaak niet op statistisch vlak.
Ze laten ook niet toe te bepalen wat nu wat veroorzaakt. Werkt ontevredenheid socialemediagebruik in de hand? Of is het omgekeerd: maakt het socialemediagebruik tieners ongelukkig?
8 jaar
De Oxford-onderzoekers maakten gebruik van gegevens van Britse tieners over een periode van acht jaar. Het gaat om het grootste onderzoek naar de relatie tussen het gebruik van sociale media en de levenstevredenheid bij tieners.
De studie onderzocht de relatie in beide richtingen en stelde twee belangrijke vragen. Leidt lagere levenstevredenheid tot hoger socialemediagebruik? En leidt hoger socialemediagebruik tot lagere levenstevredenheid?
Conclusie: de cijfers laten nauwelijks een verband zien. “Het huidige onderzoek heeft betere data en statistische benaderingen gebruikt en de meeste verbanden tussen levenstevredenheid en socialemediagebruik waren triviaal”, stellen de onderzoekers.
Ze zagen wel enig verband – en bij meisjes was dat verband consistenter dan bij jongens – maar al bij al ging het om “bescheiden trends”.
Flauw bewijs
Het huidige debat over tieners en sociale media vertrekt van “flauw bewijs”, zeggen Andrew Przybylski en Amy Orben, de hoofdauteurs van de studie.
“De literatuur tot nog toe was bijna volledig gebaseerd op correlaties zonder de mogelijkheid om te dissociëren of gebruik van sociale media leidt tot veranderingen in de levenstevredenheid of veranderingen in de levenstevredenheid het gebruik van sociale media beïnvloeden”, zegt Orben.
Tienermeisjes
“Meer dan de helft van de statistische modellen die we hebben getest, waren niet significant, en de modellen die wel significant waren, suggereerden effecten die niet zo eenvoudig waren als vaak in de media werd vermeld”, zegt Tobias Dienlin van de Universiteit van Hohenheim, die meewerkte aan het onderzoek. “De meeste statistisch significante modellen onderzochten tienermeisjes, maar omdat deze effecten klein waren, waren ze bij meisjes niet significant groter dan bij jongens. “
De onderzoekers benadrukken dat hun studie nog maar een eerste stap is. Een belangrijke beperking, geven ze toe, is dat de gegevens waarop de studie gebaseerd is, van zelfrapportage vertrekt. De kwaliteit van de resultaten hangt dus af van hoe correct de tiener zijn socialemediagebruik en levenstevredenheid inschat en weergeeft.