Een Brits onderwijssysteem waarbij kinderen zelf op ontdekking kunnen gaan in de natuur maakt ze veerkrachtiger, schrijven onderzoekers Janine Coates en Helena Pimlott-Wilson. Het systeem is bovendien complementair met conventioneel onderwijs.
Ondanks de vele onderzoeken die ouders vertellen hoe goed het is voor kinderen om buiten te spelen, spenderen kinderen meer tijd binnen dan ooit tevoren. Het lijkt erop dat de bezorgdheid over de gevaren van boomklimmen of verdwalen ouders nerveus maakt en ze ervan weerhoudt om hun kinderen risico’s te laten nemen bij het spelen.
Toch blijkt uit onderzoek dat net die elementen van het buitenspelen grote voordelen hebben voor de kinderen en ze emotioneel veerkrachtiger kunnen maken.
In het laatste anderhalve decennium zijn scholen het belang van buitenspelen beginnen inzien. Zo werden onder meer programma’s ontwikkeld die de les buiten de klas brengt. Een van die programma’s die in sneltempo aan populariteit won, is de zogenaamde ‘Natuurschool’ (Forest School) in Groot-Brittannië.
Wat is het?
De Natuurschool is een initiatief rond onderwijs in de buitenlucht dat inzet op spel in beboste ruimte als een manier om te leren en te ontwikkelen. Het initiatief startte begin de jaren negentig in Groot-Brittannië toen een aantal jonge lesgevers van het Bridgewater College in Somerset op trip naar Denemarken trokken.
Daar zagen ze hoe de Scandinavische waarden van leven in de buitenlucht ook in het onderwijs werden meegenomen. Ze besloten het principe uit te proberen in de crèche van het college en ontwikkelden het zo verder tot een trainingsprogramma voor geïnteresseerde leerkrachten. Vandaag heeft de Forest School-vereniging meer dan 1500 leden.
Tijdens lesuren aan de Natuurschool krijgen kinderen en jongeren kansen om de natuurlijke omgeving te verkennen, in aanraking te komen met aangepaste risico’s en uitdagingen en hun eigen leerproces te sturen.
Uit onderzoek blijkt dat de Natuurschool het verbeeldend spelen stimuleert door de interactie met de natuurlijke omgeving.
Ons eigen onderzoek, op basis van meer dan dertig interviews met kinderen tussen 4 en 9 jaar probeerde te begrijpen hoe het spel in de Natuurschool het leerproces kan stimuleren. We ontdekten dat kinderen zich meer onafhankelijk voelen en zich als gevolg daarvan persoonlijk, sociaal en ecologisch meer verantwoordelijk voelen.
Kinderen voelen dat ze in staat zijn om de vaardigheden die ze op school hebben geleerd op een meer betekenisvolle manier te gebruiken en ontwikkelden een waaier aan niet-academische vaardigheden. De Natuurschool moedigt ze aan om creatief te denken – om uit hun comfortzone te stappen en om nauwer samen te werken met hun medeleerlingen. Ze gaven ook aan meer fysiek actief te zijn.
Bewegingen zinvol maken
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gaf onlangs nog aan dat kinderen meer gelegenheid moeten krijgen om te spelen willen ze gezond opgroeien. Maar ondanks de duidelijke voordelen blijft de Natuurschool nog altijd wat onbegrepen.
Voor de buitenstaander wordt het vaak gezien als een afzonderlijke vorm van onderwijs, en er zijn ook wel enkele voltijdse ‘Forest Schools’ in Groot-Brittannië. Maar de meeste Forest Schools opereren binnen het kader van een gewone staatsschool. Kinderen kunnen er het klaslokaal voor een halve of volledige dag verlaten, meestal tweemaal per week.
We spraken met kinderen, leerkrachten en opvoeders in twee van dergelijke lagere scholen en stelden vast dat de combinatie van formeel en informeel onderwijs complementair kan zijn. Kinderen en leerkrachten gaven aan dat het traditionele schoolsysteem hun natuurlijke nieuwsgierigheid kan beperken. De kinderen erkennen dat, hoewel ze heel wat leren in de klas, dat vaak sterk gedirigeerd is door de leerkracht en meestal gericht op het slagen op een toets later.
Sleur doorbreken
Leerkrachten beseffen ook dat de kinderen al op jonge leeftijd onder heel wat druk komen en vaak hun vooruitgang moeten demonstreren en vergelijken met vooropgestelde doelen. De Natuurschool is een gelegenheid voor zowel leerling als leerkracht om het monotone van de klas te doorbreken en zelf dingen te ontdekken en te leren.
Dat geeft kinderen de gelegenheid om andere vaardigheden te leren naast de academische, waaronder onderhandelen, veerkracht en onafhankelijkheid. Op die manier kan de combinatie van de twee aanpakken de kinderen in staat stellen om een bredere waaier aan vaardigheden te ontwikkelen.
Die zullen ze stuk voor stuk voorbereiden op het latere leven, en helpen ze tussendoor ook al vanaf een jonge leeftijd om te leren houden van hun natuurlijke omgeving.
Bron: The Conversation