Zes Europese investeringsbanken investeren 10 miljard euro in de ecologische transitie. Via leningen en investeringen willen ze de transitie naar een duurzame en circulaire economie versnellen.
De Europese Investeringsbank (EIB) slaat de handen ineen met vijf nationale investeringsbanken in het “Joint Initiative on Circular Economy” (JICE). Ze zullen samen minstens 10 miljard euro investeren in de volgende vijf jaar. Het initiatief moet afval verminderen, efficiënt gebruik van grondstoffen verbeteren en innovatie stuwen door circulaire aanpak te stimuleren in alle sectoren van de economie.
De zes instellingen willen hun expertise en financiële capaciteiten bundelen. Ze zullen onder meer leningen ter beschikking stellen en garanties bieden bij leningen, zelf investeren en systemen ontwikkelen voor de financiering van publieke en private infrastructuur.
Dringende uitdaging
Het programma mikt op verschillende pijlers tijdens de verschillende levensfases van een product. Zo kan innovatief design al bij de productiefase de hoeveelheid afval verminderen. Tijdens de gebruiksfase kan ingezet worden op levensduurverlenging door reparaties en hergebruik mogelijk te maken. En na gebruik mikt de circulaire economie op het redden van de gebruikte grondstoffen, maar ook gebruik van bijvoorbeeld warmte. Tot slot zetten de instellingen ook in op het faciliteren van circulaire strategieën, onder meer via ICT en digitalisering.
“De strijd tegen de opwarming van de aarde en de ecologische crisissen is de meest dringende uitdaging van onze tijd”, zegt EIB-voorzitter Werner Hoyer. “De circulaire economie versterken is het sterkste wapen in ons arsenaal. Het zal ons niet alleen helpen om de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs te halen, maar ook enorme voordelen opleveren voor de economie en de maatschappij. Met dit Joint Initiative on Circular Economy schroeven we onze ambitie op en slaan we de handen ineen met verschillende instellingen om onze afvalberg te verminderen.”
De Nationale investeringsbanken die hun schouders onder het project zetten zijn het Poolse Gospodarstwa Krajowego, het Franse Groupe Caisse des Dépôts, het Italiaanse Cassa Depositi e Prestiti, het Spaanse Instituto de Crédito Oficial en het Duitse Kreditanstalt für Wiederaufbau.