Honderden gedemobiliseerde soldaten hebben in het noorden van de Democratische Republiek Congo meer dan tweehonderdduizend bomen geplant. Het project moet de druk op het wereldberoemde Virungapark verminderen en tegelijk stabiliteit brengen in de volatiele regio.
De voormalige strijders namen deel aan een project van het Wereldnatuurfonds (WWF), met financiering door de VN-vredesmissie in Congo. In totaal werden 215 mensen opgeleid, waaronder 15 in de bijenteelt, 125 in boomkwekerij- en boomplanttechnieken en 75 in de productie van “groene houtskool”.
Virunga
Het project moet in de eerste plaats de druk op het wereldberoemde Virungapark verlichten, waar de lokale bevolking op zoek gaat naar hout voor de productie van houtskool. De ex-strijders kweekten meer dan 200.000 zaailingen en beplantten een gebied van 140 hectare groot met fruitbomen en bomen voor de productie van brandstof en planken.
“In samenwerking met duizenden kleine landbouwers heeft WWF sinds 2007 al meer dan 10.000 hectare bos aangeplant rond het beroemde Virungapark”, zegt Koen Stuyck van het Wereldnatuurfonds. “Het project wil tegemoet komen aan de energiebehoeften van de naburige gemeenschappen, door een duurzaam en legaal alternatief te bieden voor de houtskool afkomstig uit het park”, zegt hij.
Integratie
Maar de herbebossing is niet alleen goed voor de Congolese natuur: het is ook gericht op de re-integratie van de gedemobiliseerde strijders. Door ze een opleiding te geven, komen ze minder snel in de verleiding om zich opnieuw aan te sluiten bij de vele gewapende groepen in de volatiele regio.
“Het is bijzonder mooi en bemoedigend om vast te stellen dat ons project nu een rechtstreeks positief effect sorteert op de vrede in het door oorlog verscheurde gebied”, zegt Stuyck