De Nederlandse minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), Hugo de Jonge, heeft ondanks zijn drukke agenda voor de bestrijding van het coronavirus, tijd gevonden het concept ‘Leefgoed’ in de Noord-Brabantse gemeente Veghel te bezoeken. ‘Leefgoed’ moet een bijzondere plek worden in de nog te bouwen wijk Kloosterkwartier. In dit gebied hebben de zusters Franciscanessen 175 jaar een actieve rol gespeeld in de samenleving van Veghel. In de nieuwe wijk, waar het kloostercomplex nog steeds deel van uitmaakt en waar het voormalig ziekenhuis dat de zusters ooit stichtten al jaren leeg staat, moet met het concept ‘Leefgoed’ een omgeving ontstaan voor wonen, werken, leren en (be)leven. Het is een concept waar verbinden, ontmoeten en ondersteunen samenkomen. Waar organisaties op een innovatieve wijze samenwerken om zorg en ondersteuning sneller, beter en efficiënter te organiseren. Waar innovatieve woonvormen ontstaan op een bijzondere plek en waar bewoners actief betrokken worden bij hun leefomgeving. De kracht van de samenleving als uitgangspunt.
De bewindsman en zijn ambtenaren waren duidelijk onder de indruk van de vele mooie maatschappelijke ontwikkelingen die hij zag tijdens dit werkbezoek. Hij benadrukte dat investeren in partnerschap, in langdurige bondgenootschappen in wijken én tussen aanbieders en gemeenten, belangrijk is. ’Leefgoed’ staat model voor deze aanpak.
Plannen voor een Welzijnsplein in het klooster en een Huiskamer in de kloostertuin
Voor het realiseren van het concept ‘Leefgoed’ hebben tien organisaties een intentieverklaring getekend om gezamenlijk aan deze unieke samenleving te werken. Door deze brede samenstelling van organisaties kan het sociaal maatschappelijk werk in Veghel (nog) beter functioneren. Het biedt toekomst aan het Kloosterkwartier in een eigentijdse versie van hoe de Zusters de afgelopen 175 jaar dachten en werkten. Er zijn concrete plannen om een zogenaamd Welzijnsplein in het klooster en een ‘huiskamer’ in de kloostertuin te ontwikkelen. De zusters blijven een deel van het klooster gebruiken. Inmiddels zijn er al 30 appartementen voor jongeren met autisme gerealiseerd en een kinderdagverblijf voor kinderen met een extra zorgbehoefte. De oude eetzaal in het klooster is omgetoverd tot een overdekte jeu-de-boule-baan. Verder komen er ‘normale’ woningen en zorggerelateerde woningen, grondgebonden woningen, 62 appartementen met zorgarrangementen en 36 woningen voor mensen met een zwaardere zorgbehoefte inclusief de daarbij horende voorzieningen.
De zusters Franciscanessen spraken de wens uit de waarden van het klooster in het nieuwe woongebied te behouden
De nieuwe wijk is het startpunt van ’Leefgoed’, dat als het ware een huiskamer moet worden waarin de inwoners en organisaties samen oplossingen bedenken en waarbij het de bedoeling is dat mensen meer voor zichzelf en voor elkaar gaan doen. Een plaats waar ruimte is voor iedereen, waar zorg, hulp en educatie te vinden zijn, waar stenen en groen in balans zijn en waar nadrukkelijk de verbinding met de omgeving wordt gevonden.
Met het oog op de planontwikkeling van het Kloosterkwartier spraken de Zusters Franciscanessen de wens uit de waarden van het klooster in het nieuwe woongebied te behouden. Zoals de zusters het noemen ‘Verhalen die doorgaan’. Het concept van ‘Leefgoed’ past hier prima bij. Het is een eigentijdse versie van hoe de Zusters de afgelopen 175 jaar dachten en werkten.
“De kracht van het Kloosterkwartier moet worden dat
mensen aandacht hebben voor elkaar.”
De congregatie van de Zusters Franciscanessen van de Onbevlekte Ontvangenis
der H. Moeder Gods werd in 1844 in Veghel opgericht. De zusters waren altijd
betrokken bij de Veghelse samenleving en hadden bijzondere aandacht voor
opvoeding, zorg en scholing. Ze richtten scholen en ziekenhuizen op, hielpen
zwervers bij het zoeken naar werk en verzorgden zieken en ouderen.
Marieke van Grinsven, de coördinatrice van de Kloostergemeenschap, verwoordt
het concept van ‘Leefgoed’ als volgt: “De kracht van het Kloosterkwartier moet
worden dat mensen aandacht hebben voor elkaar, net zoals de zusters altijd
aandacht hebben gehad voor diegenen waar de maatschappij niet naar omkeek. Mijn
ideaal is dat de mensen die hier komen wonen en werken elkaar versterken.”