Voor groenten en fruit verkiezen consumenten steeds vaker Europese producten. Dat is goed nieuws, aan de vooravond van de Week van de Korte Keten.
De korte(re) keten wint aan belang bij de Europese consument. Twee op de drie consumenten verkiezen in Europa geteeld fruit en groenten in plaats van lekkers uit verdere oorden. Dat blijkt uit een Europees onderzoek naar onze perceptie van groenten en fruit dat werd uitgevoerd door CuteSolar, een initiatief dat de teelt van groenten en fruit in zonneserres wil stimuleren en daarvoor mee gefinancierd wordt door de Europese Unie. In het kader van het CuteSolar-programma ‘Growing the Taste of Europe in Solar Greenhouses’ bevroeg het project 4.505 consumenten in België, Duitsland en Spanje.
CuteSolar peilde de kennis van consumenten over productiemethoden van groenten en fruit; vroeg wat we het liefst kopen en wat we liever links laten liggen. Bij de aankoop van groenten en fruit blijken consumenten voorrang te geven aan kwaliteit, smaak en voedselveiligheid, boven andere aspecten als variëteit en prijs. Vier op de tien (internationale) respondenten zegt dat de Europese teeltmethoden meer vertrouwen inboezemen. Bij de Belgische consument ligt dat vertrouwen nog iets hoger: 47 procent verwacht dat Europese teelt meer kwaliteit oplevert.
Korte keten neemt een vlucht
Een organisatie als Bond Beter Leefmilieu juicht het van harte toe dat lokaal voedsel aan populariteit wint bij consumenten. “De coronacrisis heeft aangetoond dat kortere ketens veel veerkrachtiger zijn dan voedsel dat van ver moet komen”, zegt beleidsmedewerker Heleen De Smet daarover. “Het is belangrijk om de kringloop zo klein mogelijk te houden, zo regionaal mogelijk te telen.”
Cijfers vanuit het netwerk van Bond Beter Leefmilieu bevestigen de winst die de korte keten geboekt heeft tijdens de coronacrisis. Hoewel volgens Bioforum de korte keten nog steeds maar 1 procent van de voedselmarkt beslaat, heeft de crisis lokale producenten een duwtje in de rug gegeven. Organisaties als Boeren & Buren en Voedselteams, die samenwerken met lokale voedselproducenten, zagen respectievelijk hun klantenbestand en omzet bijna verdubbelen. Ook het CSA-Netwerk, wat staat voor Community Supported Agriculture, ziet dat mensen steeds meer zelf komen plukken nu ze meer tijd hadden. “Zo zie je dat de coronacrisis een opening gecreëerd heeft voor het korte keten-verhaal”, aldus De Smet.
Of we al ons voedsel bij de boer om de hoek kunnen halen, betwijfelt De Smet echter. “Daar moeten we realistisch in zijn: België is niet in staat om zelfvoorzienend te zijn. Het is belangrijk om na te denken op welke plaatsen we welk type voedsel efficiënt kunnen produceren en hoe we hier een eerlijk kader voor kunnen voorzien.”