Het Nederlandse pensioenfonds ABP, het grootste van Europa, gaat al zijn beleggingen in fossiele brandstoffen verkopen. Volgens het fonds is het meest recente klimaatrapport van de VN daarvoor de aanleiding.
Pensioenfonds ABP telt drie miljoen leden, die samen goed zijn voor meer dan 500 miljard euro aan beleggingen. Zo’n 3 procent daarvan, of 15 miljard euro, is belegd in olie- en gasbedrijven zoals Shell, BP, ExxonMobil en Gazprom. Maar daar wil het fonds nu van af: het gaat de belangen gecontroleerd verkopen om tegen april 2023 helemaal vrij te zijn van fossiele brandstoffen.
Het fonds neemt de beslissing naar eigen zeggen als reactie op het laatste rapport van het VN-klimaatpanel (IPCC). Dat toont aan dat mensen wereldwijd nu al de fysieke gevolgen van klimaatverandering ondervinden en de CO2-uitstoot snel en ingrijpend omlaag moet om onomkeerbare klimaatverandering te vermijden.
“We willen een bijdrage leveren om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graad Celsius”, zegt bestuursvoorzitter Corien Wortmann. “Brede groepen deelnemers en werkgevers geven aan hoe belangrijk zij dit vinden.”
Divestment
Steeds meer investeerders beslissen om te “divesteren”: niet langer investeren in fossiele brandstoffen, en steenkool in het bijzonder. Deze beweging ontstond aan Amerikaanse en Britse universiteiten, maar kreeg al snel navolging bij overheids- en pensioenfondsen. Begin dit jaar hadden zich wereldwijd al 1240 instellingen aangesloten, met een gezamenlijke portefeuille van meer dan 14.000 miljard dollar.
Ook de beslissing van ABP volgt na jaren van druk, zegt Liset Meddens van Fossielvrij NL. “Dit is echt fantastisch, na al die jaren van actievoeren zijn we er eindelijk in geslaagd. Dit toont dat druk van onderuit werkt: als een gewone burger kun je het verschil maken.”
Meddens spreekt van een grote overwinning voor het klimaat, de mensenrechten en het leven op aarde. “ABP is het grootste pensioenfonds in Europa en het belang van deze stap in binnen- en buitenland is niet te onderschatten.”
