In het grootste onderzoek dat ooit naar migraine is uitgevoerd, hebben wetenschappers drie keer meer genetische risicofactoren kunnen aanduiden. Ze zijn hoopvol dat hun resultaten zullen leiden naar een betere behandeling van de aandoening die meer dan een miljard mensen treft.
Aan de studie namen vooraanstaande Europese, Australische en Amerikaanse migrainewetenschappers deel. Ze werkten samen aan het verzamelen van genetische gegevens van meer dan 873.000 participanten van wie 102.000 lijden aan migraine.
Met dit onderzoek hebben de wetenschappers het aantal bekende genetische risicofactoren voor migraine meer dan verdrievoudigd, tot 123 risico’s om precies te zijn.
De nieuwe bevindingen die gisteren werden gepubliceerd in het tijdschrift Nature Genetics, onthulden ook meer van de genetische architectuur van de subtypes van migraine dan eerder bekend was. Deze ontdekkingen scheppen nieuwe mogelijkheden naar de ontwikkeling van medicatie.
Met of zonder aura
Wereldwijd lijdt meer dan een miljard mensen aan migraine. Migraine is een erge vorm van terugkerende hoofdpijn die soms enkele dagen kan aanhouden. De oorzaak is niet helemaal duidelijk maar genetische factoren spelen zeker een rol. De ziektemechanismen spelen zich zowel af ter hoogte van de hersenen als in de bloedvaten van het hoofd, wat het tot een neurovasculaire aandoening maakt.
Er bestaan twee soorten migraine: hoofdpijn met en zonder aura. Bij migraine met aura treden er voor de hoofdpijn eerst een aantal andere symptomen op zoals zichtstoornissen, oogflikkeringen, tintelingen, misselijkheid of braken en gevoeligheid voor licht of geluid. Deze voorafgaande symptomen zijn er niet bij migraine zonder aura.
Aangezien migraine wereldwijd de op één na grootste bijdrage levert aan levensjaren met een verminderde kwaliteit, is er een grote behoefte naar nieuwe behandelingen.