Onderzoek in 29 Europese meren toont aan dat sommige bacteriën, die vrij in de natuur voorkomen, beter gedijen door plastic te eten dan organisch materiaal. Dat biedt volgens wetenschappers mogelijkheden voor nieuwe vormen van natuurherstel.
Onderzoekers aan de Universiteit van Cambridge hebben in meren in Scandinavië drie types van bacteriën geïdentificeerd, die chemicaliën afkomstig van plasticvervuiling verkiezen boven hun gewone dieet van rottende bladeren en twijgjes.
Boost voor bacteriën
Ze ontdekten dat de energie die de kunststoffen leveren, de microben ook in staat stellen om meer complexe organische voedselbronnen in meren af te breken. Volgens bioloog Andrew Tanentzap krijgen de bacteriën door plastic te eten een boost die een impact heeft op het bredere ecosysteem.
“Het is bijna alsof de plasticvervuiling de eetlust van de bacteriën op gang brengt”, zegt de coauteur van de studie die dinsdag werd gepubliceerd in het tijdschrift Nature Communications. “Plasticvervuiling stimuleert blijkbaar de hele voedselketen in meren, aangezien meer bacteriën meer voedsel betekent voor de grotere organismen zoals eenden en vissen.”
Hij benadrukt dat dit geen vrijgeleide is voor plasticvervuiling. Chemische verbindingen in kunststoffen hebben toxische effecten op het milieu, vooral bij hoge concentraties.
Milieuverontreiniging bestrijden
De studie toont ook aan dat bacteriën meer plasticvervuiling verwijderen in meren met minder biodiversiteit en dus minder andere voedselbronnen. De resultaten zullen helpen om prioriteit te geven aan meren waar de bestrijding van verontreiniging het meest dringend is. Als een meer vervuild is door plastics, maar een lage bacteriële diversiteit heeft, dan is het ecosysteem kwetsbaarder voor schade.
De bacteriën kunnen volgens de onderzoekers gebruikt worden in bijvoorbeeld afvalwaterzuiveringsinstallaties, door schadelijke verontreinigingen te consumeren die anders moeilijk te verwijderen zijn.
“Helaas zullen kunststoffen ons milieu decennialang vervuilen. Positief is dat onze studie helpt bij het identificeren van microben die kunnen worden gebruikt om plastic afval af te breken en milieuvervuiling beter te beheersen”, zegt zoöloog David Aldridge van de Universiteit van Cambridge, die betrokken was bij het onderzoek.