Goed nieuws voor vrouwen met borstkanker met uitzaaiingen in de oksel. Bij vrouwen met borstkanker met uitzaaiingen in de oksel werden tot nu vaak alle lymfeklieren in de oksel verwijderd nadat ze al behandeld waren met chemotherapie. Door zulk een grote okseloperatie (ook wel okselkliertoilet genoemd) hielden ze vaak klachten, zoals een dikke arm (doordat het lymfevocht niet goed wordt afgevoerd), pijn aan de arm of moeite met bewegen van de arm. Deze belastende bijwerkingen zijn voortaan verleden tijd. Een kleine operatie is voldoende, want deze geeft een goede voorspelling of uitzaaiingen in de oksel na chemotherapie verdwenen zijn. Dit blijkt uit onderzoek gecoördineerd door het Erasmus MC Kanker Instituut in Rotterdam.
Achteraf is zo’n okselkliertoilet bij 1 op de 3 vrouwen waarschijnlijk niet nodig. Bij hen blijken na de chemotherapie namelijk geen uitzaaiingen meer in de oksel te zitten. In Nederland krijgen elk jaar ongeveer 3000 vrouwen de diagnose borstkanker met uitzaaiingen in de lymfeklieren van de oksel.
Een goed alternatief
Een kleinere operatie waarbij selectief een aantal klieren in de oksel worden verwijderd, is een goed alternatief voor het okselkliertoilet. Dat blijkt uit de zogeheten RISAS-studie, waaraan 227 borstkankerpatiënten hebben meegedaan. Ze hadden allemaal uitzaaiingen in de oksel vóór de start van de chemotherapie.
Veertien Nederlandse ziekenhuizen hebben deelgenomen aan de studie, die werd geleid door o.a. oncologisch chirurg Linetta Koppert en radiotherapeute in opleiding Janine Simons van het Erasmus MC Kanker Instituut. De resultaten zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift ‘JAMA Surgery’, nadat ze eerder waren gepresenteerd op een groot Amerikaans borstkankercongres.
Jodiummarker in de okselklier
Alle patiënten in de studie ondergingen de RISAS-procedure. Hierbij wordt voor de chemotherapie een radioactieve jodiummarker geplaatst in de okselklier met uitzaaiing. Na de chemotherapie wordt deze klier verwijderd, samen met de poortwachtersklier. Dat is de klier die als eerste het lymfevocht uit de tumor opvangt. Aanvullend ondergingen de patiënten een compleet okselkliertoilet. Zo konden de onderzoekers controleren of met de RISAS-procedure uitzaaiingen waren gemist.
Bij 3,47 procent van de patiënten zaten in de klieren van de RISAS-procedure geen uitzaaiingen, maar in de overgebleven klieren van het okselkliertoilet wel. De kans om uitzaaiingen te missen als alleen de met jodium gemarkeerde klier of de poortwachtersklier wordt verwijderd is ongeveer 1 op 6. Deze kans blijkt met de RISAS-procedure een stuk lager, namelijk 1 op 14.
De onderzoekers zijn tevreden met hun resultaten. “Het streven is om zo weinig mogelijk klieren te verwijderen om bijwerkingen te voorkomen. Maar wel de juiste klieren om betrouwbaar vast te stellen of er wel of geen uitzaaiingen meer zijn. Onze studie laat zien dat dit goed kan met de RISAS-procedure. De kans op het missen van uitzaaiingen is erg laag”, aldus Janine Simons.
Kleine ingreep ook in regionale ziekenhuizen mogelijk
Veel Nederlandse ziekenhuizen zijn al overgestapt op de kleine gecombineerde okseloperatie, vooruitlopend op de uitkomsten van de RISAS-studie. “Maar ook de aan de studie deelnemende ziekenhuizen, waar het nog geen routine was, hebben nu gekozen voor deze aanpak. We hebben laten zien dat de RISAS-aanpak niet alleen werkt in gespecialiseerde kankercentra, maar ook in regionale ziekenhuizen. Ook veel ziekenhuizen in het buitenland, waar het okselkliertoilet vaak nog de standaard is, hebben erg uitgekeken naar onze bevindingen”, aldus de radiotherapeute in opleiding.