Tweemaal per maand brengt Lieke Hulshof verslag uit over haar belevenissen in India.
In het noorden van India, uitkijkend op de Himalayas, ligt het stadje Pauri tussen sparren en naaldbomen. Het is het oord waar Karan en Lieke hun project zijn gestart: Adara, een groei-leer-werk centrum voor de lokale gemeenschap en internationale bezoekers. Een plek voor uitwisseling, veerkracht, ontspanning, verbinding en ontwikkeling.
Wintertijd
Het begint winter te worden in de bergen van India. Bomen geven hun bladeren aan de aarde. De dagen worden korter, en de zon kruipt vanaf drie uur achter de bergen. Ze laat ons achter met wind en schaduw. Jaloers kijk ik dan weleens naar de overkant van de vallei – daar waar de zon nog enkele uren langer schijnt. En toch ben ik blij waar ik ben. Want het geeft mogelijkheden om te leren omgaan… met kou.
Ik vul de emmer tot aan de rand met koud water. Ik neem een kleiner kannetje. Schep het vol met water uit de emmer. Dan hurk ik op de betonnen vloer van het badkamerhuisje. Er staan een aantal tonnen voor wateropslag. Verder is er wat zeep op de planken, een hurktoilet en hier en daar een spin op de muur. Niets meer, niets minder. Een aantal keren haal ik diep adem. Elke keer is het een kleine beproeving. ‘Het is maar een sensatie’, moedig ik mezelf aan. ‘ Je gaat niet dood’. Dan laat ik het koude water over mijn rug glijden. Ik hap naar adem, een natuurlijke reactie van het lichaam. Nog eens. En nog eens. Na een tijdje wordt het heerlijk, verfrissend, en ijskoud. Ik lach. Het geeft een kik. Bevrijding. Ik kleed me aan, zit even in de zon en treedt de dag tegemoet met een opgewekt humeur.
Wie hem niet kent – Wim Hof ‘de ijsman’ – zou denken dat het heel wat is wat ik mijzelf ontzeg. Warm water in de winter. Maar inmiddels is bewezen hoe koud water de fysieke en mentale weerstand positief beïnvoeden. Het bevordert je bloedsomloop waardoor je je beter opwarmt. Veel mensen hebben ervaren dat als je regelmatig koud doucht, het gemakkelijker wordt om met kou om te gaan. En zo ook met allerlei andere situaties in het leven. Mede dankzij Wim Hof is er een beweging ontstaan van mensen die de verantwoordelijkheid over hun (geestelijke) gezondheid meer in eigen handen nemen. Voor hun is het nemen van een koud bad, hoe gek het mag klinken, onderdeel van een goed zorgen voor jezelf. En zo heb ik het zelf ook ervaren.
Twee jaar geleden kwam ik er achter dat ik een zekere angst voor kou heb. Altijd voorzien van een warm en comfortabel huis, was ik weinig aan kou blootgesteld. Je gaat de deur uit met een dikke jas en wanten, en eenmaal thuis kun je je lekker opwarmen. Maar nu was ik in de bergen van India, mét winters, en waar geen enkel huis voorzien is van centrale verwarming noch houtkachel. “Maar hoe warmen jullie je dan op?”, vroeg ik verbaasd aan Karans zus. “Aan een kop thee, warm eten, de middagzon, of we slaan een deken om ons heen,” antwoordde ze. Zo dus. In het begin verkrampte ik en voelde ik weerstand tegen kou. Ik wilde vluchten, vluchten naar comfortabel. Nu zie ik de kou als een goede leraar – ze daagt me uit om mee te gaan met de seizoenen van de natuur. Elk seizoen heeft zijn eigen sfeer. Kan ik er mee in aanraking zijn? Wat brengt het me? Kan het me sterker maken? Is het goed voor me als ik altijd in comfortabele sferen zit?
Zoals met vele dingen in ons project, zoeken we een balans tussen modern en traditioneel leven. We plaatsen graag een houtkachel over een tijd. Een warme douche – prima. Maar ik weet nu de kracht van het kiezen voor kou zo nu en dan. Zoals de kou niet geven kan wat warmte wel kan geven, kan kou mij geven wat in warmte niet te vinden is.