“Inkomen, vermogen en opleidingsniveau moeten niet bepalen in hoeverre je als mens meetelt.”
Al tijdens zijn succesvolle periode als hovenier-met-een-eigen-bedrijf droomde Frens over een nieuwe uitdaging: de realisering van een bomentuin. Hij investeerde fors in de terreinuitbreiding die daarvoor nodig was. Hij kocht, soms tegen hoge prijs, van negentien buren stukjes grond en plantte daar bijzondere bomen. Hij wijdde steeds meer tijd en energie aan de opbouw en uitbreiding van zijn bomentuin. Mensen in de omgeving volgden de ontwikkelingen met verbazing en soms ook met onbegrip. Er kwamen veel warme en dankbare reacties van bezoekers. Frens: ”Maar er waren ook mensen die het niet zagen of gewoonweg niet snapten hoe en waarom we dit allemaal deden. Ze dachten zelfs dat ik rijk werd van de subsidies! Maar wat mensen dachten kon ons niet schelen.“
Frens is een mens van denken én doen. Vertelt: “Ik ben geen roeper die anderen vertelt ‘hoe het anders moet’, maar iemand die het daadwerkelijk doet, in mijn geval door ‘andere’ bomen te planten. Ik ben zeker niet alleen een ‘planter’. Er zijn twee redenen waarom ik dit wil doen. De eerste is: de zorg voor het klimaat, liefde voor de natuur en bewondering voor de kracht van bomen. De andere reden is heel persoonlijk: ik wil laten zien waartoe ik als mens in staat ben, hoeveel scheppingsvermogen ik in mij heb. Dat is iets waarvoor ik al die jaren weinig erkenning en waardering heb gekregen. Ik heb lange tijd geworsteld met het onbegrip dat bestaat over mensen met weinig opleiding. Tegenwoordig hebben de zogenaamde ‘hoogopgeleiden’ het voor het zeggen. Zij hebben de contacten, de posities, de financiële middelen en de mankracht. Daardoor kijken ze neer op mensen met weinig of minder opleiding. Zelf maken ze regelmatig fouten, soms fataal, vaak met veel schade als gevolg. Als het ze niet lukt om het goed te praten, geven ze een kort excuus en gaan door alsof er niets is gebeurd, de gewone nederige mens achterlatend. Ik heb er altijd voor gekozen om mij daar niet bij neer te leggen.”
“Het is belangrijk wat ik voor de wereld heb gedaan.”
Want Frens is het roerend eens met wat Holocaustoverlevende en therapeute Edith Eger ooit schreef: ‘Wat er met ons gebeurt is uiteindelijk niet het belangrijkst. Het gaat erom wat we daarmee doen. We kunnen opgeven of ervoor kiezen om elk moment als een geschenk te ervaren.’
Voor Frens is er daarom maar één weg: “Blijven doorgaan met waar ik in geloof. Zodat ik op mijn sterfbed kan zeggen: het is niet belangrijk wat de wereld voor mij heeft gedaan, maar wat ik voor de wereld heb gedaan. We kunnen de verantwoordelijkheid voor de wereld niet neerleggen bij degenen die het voor het zeggen hebben. Dat heeft in het verleden al veel ellende en verdriet veroorzaakt.”
Vervolgt: “Let op voor mensen die uitdragen ‘alleen ík weet hoe het moet.’ Ga ook niet af op mensen die overal kritiek op hebben. Roddel en kwaadsprekerij kunnen veel kapot maken. Veroordelen, vernederen en kwetsen is het gedrag van mensen die slecht kunnen verdragen dat anderen gelukkig of succesvol zijn. Roddel zegt meer over de roddelaar dan over zijn slachtoffer. Een roddelaar vertegenwoordigt alleen zichzelf en is vaak niet gelukkig met zijn eigen leven. Waardering voor hoe anderen leven, levert wijsheid op; roddel lost niets op, maar maakt nog meer stuk.”
“Ieder mens telt mee en heeft recht op aandacht en liefde.”
Voor Frens en Mia is de bomentuin geen doel op zich, maar een manier om uitdrukking te geven aan hun levensvisie. Hun ideaalbeeld van de samenleving is dat mensen iets voor elkaar willen betekenen. Ze laten zich daarbij inspireren door mensen die ze bewonderen om hun geloof, filosofie en eenvoud.
Frens: “Ieder mens heeft recht op aandacht en liefde. Dat hoeft iemand niet te verdienen en is niet aan voorwaarden verbonden. Helaas zien we dat steeds vaker sprake is van kwetsende relaties als gevolg van stress en prestatiedruk. Dat gebeurt in de werkomgeving, in de sociale omgang en in het gezin. Alles moet groter, beter, méér en wie niet mee kan komen telt niet meer mee.”
Met de bomentuin willen Frens en Mia laten zien dat iedereen een bijdrage kan leveren aan een mooiere wereld, een veilige samenleving met open, positieve relaties tussen mensen. Waar iedereen gelijke kansen krijgt, zeker degenen die het minder meezit, die moeten starten met weinig opleiding, de eindjes aan elkaar moeten zien te knopen. “Inkomen, vermogen en opleidingsniveau moeten niet bepalen in hoeverre je meetelt.”