Met de ontwikkelende technologie voor thuismonitoring en de druk op capaciteit in de zorg, vinden de Nederlandse ziekenhuizen het belangrijk te weten of patiënten ook thuis behandeld kunnen en willen worden. Of dat mogelijk is hangt uiteraard af van de ziekte, maar ook van de patiënt. Voelt men zich veilig, kunnen zij de apparatuur die ze mee naar huis krijgen ook bedienen? Menigeen kan prima met een app of internet overweg, maar heeft daar bij ziekte wellicht de puf niet voor. Al deze informatie is verzameld door middel van een onderzoek dat vorige week gedurende één dag van ’s morgens acht tot ’s avonds tien uur op de Spoedeisende Hulp (SEH) in 38 ziekenhuizen heeft plaatsgevonden. Het onderzoek staat onder leiding van het Maastricht Universitair Medische Centrum en het Leids Universitair Medisch Centrum. Het wordt gezien als een uniek zogenoemd ‘flashmob’-onderzoek (*).
Wie op de SEH van een ziekenhuis belandt, wordt vaak meteen opgenomen. Maar is dat wel in het belang van de patiënt of is het echt nodig? Tegenwoordig bestaan er mogelijkheden om vanuit het ziekenhuis de patiënt thuis te monitoren. Op die manier kan iemand thuis herstellen en kan de behandeling tijdig worden bijgestuurd vanuit het ziekenhuis. Hoe patiënten en artsen denken over zo’n thuisbehandeling bij acute aandoeningen, dat willen onderzoekers graag weten.
Wensen en mogelijkheden voor thuisbehandeling
Het onderzoek is gericht op patiënten die op die dag op de SEH binnenkomen met een acute ziekte en mensen die een dag eerder na binnenkomst op de spoedeisende hulp in het ziekenhuis zijn opgenomen. Het gaat dan bijvoorbeeld om patiënten met een longontsteking of buikpijn. “We vragen hen of ze met hulpmiddelen naar huis zouden willen én kunnen. Ook vragen we naar de mogelijkheden die zij hiervoor in huis hebben en of ze zich capabel en fit genoeg voelen om met monitoringapparatuur om te gaan”, vertelt Davy van Dam, internist acute geneeskunde in het Maastricht Universitair Centrum.
De onderzoekers gebruiken de resultaten voor een goede en snelle analyse van de wensen en mogelijkheden voor thuisbehandeling bij acute ziekte. De resultaten verwachten zij voor de komende zomer te kunnen laten zien.
(*)
De zogenoemde ‘flashmob-methode’ is een nieuwe manier van prospectief onderzoek, waarbij in heel korte tijd een studie wordt uitgevoerd die gericht is op de toekomst.In tegenstelling tot eenretrospectief onderzoek, want dat kijkt achteruit naar een bekende uitkomst, waarbij de factoren worden bepaald die de uitkomst hebben beïnvloed. De retrospectieve onderzoeker heeft het ‘materiaal’ al bij de hand, maar de prospectieve onderzoeker verzamelt informatie naarmate een experiment of studie vordert.