Het kabinet wil dat statushouders, ofwel vluchtelingen met een tijdelijke verblijfsvergunning, sneller aan het werk gaan dan nu het geval is. Gemeenten gaan daarom aan de slag met startbanen voor statushouders. Ook worden ze in een asielzoekerscentrum al gekoppeld aan potentiële werkgevers. Dit staat in een plan van aanpak dat minister Karien van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft opgesteld en aan de Tweede Kamer aangeboden. Ze deed dit samen met sociale partners en een groot aantal maatschappelijke organisaties, uitzenders en gemeenten. In het Plan van Aanpak noemt zij het proefproject ‘Van vluchteling naar waardevolle werknemer’ in de Brainportregio Eindhoven een goed voorbeeld. Van de 90 statushouders die zich hier acht maanden geleden aanmeldden voor dit project hebben er 69 een betaalde baan gevonden. Tien staan in de startblokken. De organiserende instanties zijn niet ontevreden over het resultaat van de pilot tot nu toe. Ze zien wel degelijk mogelijkheden om de werkwijze uit te breiden vanuit de Brainportregio naar eerst Zuid-Nederland en vervolgens naar de rest van het land.
Vluchtelingen zicht bieden op een zelfstandig bestaan én het tekort aan technisch personeel in de Eindhovense Brainport-regio oplossen. Dat is de dubbele doelstelling van het proefproject ‘Van vluchteling naar waardevolle werknemer’ waarvoor United Work en het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) met financiering van Start Foundation de handen acht maanden geleden ineen sloegen om te zien hoe vraag en aanbod bij elkaar zouden kunnen komen. Van de 69 statushouders hebben de meeste hebben een baan gevonden bij bedrijven zoals VDL en DAF. Maar ook hotel- en conferentiecentrum Koningshof heeft vier statushouders in dienst genomen. En op vakantiepark De Kempervennen in Westerhoven is eind vorig jaar een badmeester uit Afghanistan in dienst.
“Op de werkvloer leer je de Nederlandse taal en cultuur.”
Het kabinet is van mening dat werken nieuwkomers helpt om sneller te integreren. Het draagt bij aan het leren van de taal, het opbouwen van een netwerk en het geeft meer zelfvertrouwen. De minister: “Op de werkvloer leer je de Nederlandse taal en cultuur het snelste. Daarom is het essentieel dat statushouders de kans krijgen én grijpen om zo snel mogelijk aan het werk te gaan. Met een betaalde baan kunnen statushouders zelfstandig hun leven leiden en bijdragen aan de samenleving. Dat is van groot belang voor statushouders zelf en voor de onderlinge solidariteit in ons land. Hier gaan we statushouders actiever bij helpen, samen met gemeenten, werkgevers, het onderwijs en maatschappelijke organisaties.”
Startbanen
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de begeleiding van statushouders naar werk. Sinds 1 januari vorig jaar zijn ze ook verantwoordelijk voor de inburgering van statushouders. De regio Brainport Eindhoven en de Brabantse gemeenten Boxtel, Meijerijstad en Nuenen gaan dit jaar aan de slag met zogenoemde startbanen voor statushouders. De bedoeling is dat statushouders vanaf het moment dat ze in een gemeente komen wonen aan het werk gaan. Dit gaat dan om een baan die gecombineerd wordt met inburgering. De precieze invulling is aan de gemeenten. Door een startbaan ondervinden statushouders eerder hoe het werkt op de Nederlandse werkvloer. Zo kunnen ze makkelijker en sneller doorgroeien naar duurzaam werk en tegelijkertijd voldoen aan hun verplichting om in te burgeren. Als dit plan in de praktijk goed blijkt te werken, wordt het uitgebreid naar meer gemeenten.
‘Meedoenbalies’ in asielzoekerscentra
Daarnaast wordt in elk asielzoekerscentrum (azc) al gekeken welke talenten, opleidingen en werkervaring statushouders te bieden hebben om ze zo snel mogelijk te helpen bij het vinden van betaald werk. Zo worden ze via ‘meedoenbalies’ gekoppeld aan potentiële werkgevers. ‘Meedoenbalies’ zijn punten op zo’n veertig azc-locaties waar bewoners terecht kunnen voor informatie en activiteiten. Hier zijn al goede ervaringen mee opgedaan en onderzocht wordt of uitbreiding mogelijk is. Het kabinet gaat ook na op welke andere manieren ook kansrijke asielzoekers sneller kunnen starten met betaald werk dan nu het geval is.
Vaker ‘praktijkleren’
Het kabinet wil ‘praktijkleren’ in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) stimuleren. Werkgevers krijgen meer informatie over de mogelijkheden voor ondersteuning en financiering bij het opleiden en in dienst nemen van statushouders. Ook wordt de informatie over leren en werken voor de statushouders zelf verbeterd. Daarnaast wordt onderzocht wat gespecialiseerde jobcoaches kunnen doen om statushouders sneller aan werk te helpen. Diploma’s van statushouders worden niet altijd erkend; werkgevers, brancheorganisaties en onderwijsinstanties gaan vaker kijken naar de vaardigheden van statushouders.
Netwerk helpt bij het vinden van werk
Bij de groep Oekraïense ontheemden heeft de minister gezien hoe belangrijk een netwerk is om een baan te vinden. Statushouders hebben vaak geen uitgebreid netwerk. In de zorgsector is een pilot opgezet door vluchtelingorganisatie UAF (Universitair Asiel Fonds) die inmiddels 80 gevluchte zorgprofessionals heeft gekoppeld aan medische mentoren. Op deze manier krijgen statushouders een betere toegang tot stages en banen in de gezondheidszorg. Bekeken wordt hoe dit ook kan worden opgezet in andere sectoren.