Meer en anders opleiden om een groter tekort aan professionals in de wijkverpleging te voorkomen. Dat is het doel van het investeringsakkoord dat minister Conny Helder voor Langdurige Zorg en Sport heeft gesloten met partijen in de zorg. De komende drie jaar stelt zij hiervoor 150 miljoen euro beschikbaar. Met dit akkoord zetten de zorgpartijen zich ervoor in dat er een krachtig opleidingsaanbod komt. Een aanbod met doorlopende leerlijnen, zodat zorgaanbieders in de wijkverpleging meer helpenden, verzorgenden, verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten gaan opleiden en bijscholen.
Door het creëren van een aantrekkelijk leerklimaat voor leerlingen, stagiairs en professionals in de zorg en door het opzetten van een regionaal opleidingsaanbod, moet het doel worden bereikt. De verwachting is dat zonder maatregelen het huidige tekort in Nederland de komende jaren zal oplopen tot 10.500 wijkverpleegkundigen in 2027. Samen met ActiZ, Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland, Zorgthuisnl en Zorgverzekeraars Nederland wil minister Helder dit groeiende tekort aanpakken met dit akkoord.
“Het kloppend hart van de zorg in de wijk.”
Minister Conny Helder: “Verpleegkundigen en verzorgenden zijn het kloppende hart van de zorg in de wijk. We worden steeds ouder en willen zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Daarom zullen we in de toekomst ook meer zorg thuis krijgen. Dit vraagt meer van de wijkverpleging. Zij heeft een centrale rol bij het organiseren van zorg dichtbij. Een rol die in de toekomst nog belangrijker wordt dan die nu al is. Daarom investeren we met dit akkoord in het opleiden van de wijkverpleegkundigen van de toekomst.”
Verpleging en verzorging thuis
Onder wijkverpleging wordt verstaan verpleging en verzorging die mensen thuis krijgen.
Bijvoorbeeld hulp bij aankleden, douchen, naar het toilet gaan of wondverzorging. De wijkverpleegkundige is in eerste instantie een zorgverlener en geeft medische zorg, zoals medicijnen klaarzetten en toedienen.