Om de rijkdom van talen te bewaren hebben linguïsten een databank opgericht, naar analogie van een genenbank. “De enorme culturele rijkdom van taal mag niet verloren gaan.”
Wereldwijd zijn er ongeveer zevenduizend gesproken talen. Deze talen verschillen sterk op vlak van structuur, de volgorde van woorden en de manier waarop informatie grammaticaal wordt uitgedrukt. Zo zullen sommige talen altijd categorieën als geslacht, getal, naamval en tijd markeren, terwijl andere talen dat nooit of slechts optioneel doen. Bovendien kunnen zinnen die in sommige talen uit verschillende woorden bestaan, in andere talen in één woord worden gezegd.
Diversiteit verloren
Al die diversiteit gaat verloren nu talen aan een razend tempo verdwijnen. Eerdere studies toonden al aan dat minstens 1500 talen het einde van deze eeuw wellicht niet halen. Op langere termijn dreigt zelfs de helft van alle talen verloren te gaan.
Om hieraan te verhelpen hebben linguïsten van verschillende instituten samen een database aangelegd van talen en hun grammatica. De zogeheten Grambank covert nu al 2467 talen, maar de bedoeling is om dat nog uit te breiden tot alle vandaag nog overlevende talen die over grammatica beschikken.
De initiatiefnemers doen dat omdat ze niet willen dat de grote culturele rijkdom van al die talen dreigt verloren te gaan. Steeds meer talen worden immers niet meer onderwezen aan kinderen.
Op gelijke voet
“De buitengewone verscheidenheid aan talen is een van de grootste culturele geschenken van de mensheid”, zegt Stephen Levinson, een van de oprichters van de Grambank. Zonder taaldiversiteit verliezen we onze collectieve geschiedenis voorgoed, redeneert hij.
Vooral in sommige gebieden zoals Noord-Australië, een deel van Zuid-Amerika of Noord-Amerika gaat het heel snel met de teloorgang van talen. “Met dat dreigende verlies zal ook ons begrip van de rol van taal in cultuur verloren gaan”, zegt Levinson
De database is een bron met open toegang, en wordt onderhouden door de Max Planck Society. Volgens Levinson plaatst deze talenbank “de taalkunde op gelijke voet met de genetica, de archeologie en de antropologie en maakt het verkenningen mogelijk die dergelijke grote databanken met elkaar gemeen hebben.”