Twee jaar geleden vond in Nederland de eerste harttransplantatie plaats via een nieuwe ‘heart-in-a-box’ techniek: door het hart van een overleden patiënt buiten het lichaam weer te laten kloppen, kon het alsnog worden gedoneerd. Het tekort aan donorharten vormde de aanleiding voor deze nieuwe toepassing en de eerste resultaten zijn zeer gunstig: er zijn inmiddels al bijna 60 DCD-harten getransplanteerd en de wachtlijst stabiliseert. DCD staat voor ‘Donation after Circulatory Death’. Artsen noemen dit ‘overlijden na een circulatiestop’. Bij donoren die zijn overleden na een hartstilstand is de bloedsomloop en ook de ademhaling gestopt. Ook dan kan iemand nog organen doneren.
Bij donatie na een circulatiestop wordt het stilstaande hart van een overleden donor buiten het lichaam in een zogenaamde perfusiemachine geplaatst, waar het na toevoer van zuurstof en bloed weer gaat kloppen. De inzet van de machine herstelt tot nu toe onbruikbare donorharten en maakt deze geschikt voor transplantatie. Door de inzet van deze machine kunnen meer hartpatiënten worden geholpen met een donorhart. Door de inzet van deze machine kunnen meer hartpatiënten worden geholpen met een donorhart.
Voorheen was hartdonatie alleen mogelijk bij een hersendode donor van wie het hart nog klopte. Wanneer iemand overlijdt doordat het hart is stilgevallen, krijgt het hart geen zuurstof meer. Als die zuurstofvoorziening niet snel op gang komt, sterft het hartweefsel af. Hierdoor is het hart niet meer geschikt voor transplantatie. Daarom werden de harten van deze donoren eerder niet gebruikt voor transplantatie. Met DCD-hartdonatie kan dat nu wel.
Belangrijke stap naar verkorten van wachtlijst
De nieuwe techniek is een belangrijke stap naar het verkorten van de wachtlijst voor donorharten. Het is het resultaat van een efficiënte uitvoering van de nieuwe techniek door nauwe samenwerking tussen het Universitair Medisch Centrum Groningen, het Universitair Medisch Centrum Utrecht en het Erasmus Medisch Centrum. Inmiddels is DCD-hartdonatie in ieder ziekenhuis in Nederland mogelijk.
In navolging van een advies van Zorginstituut Nederland heeft het ministerie van Volksgezondheid besloten om de behandeling vanaf 1 januari 2024 te vergoeden uit het basispakket van de zorgverzekering. En dat is goed nieuws. Want vóór de DCD-hartdonatieprocedure was al jaren sprake van een toenemend tekort aan donorharten, waardoor één op de zeven mensen op de wachtlijst overleed. Sinds de komst van DCD-hartdonatie in Nederland is de wachtlijst gestabiliseerd. Eind juli 2023 stonden 164 mensen op de wachtlijst voor een donorhart.
Meer rust en tijd om de operatie uit te voeren
Olivier Manintveld, cardioloog in het Erasmus MC, licht de voordelen van de DCD-techniek toe: “Bij een DCD-procedure zijn bij de donor de bloedsomloop en ademhaling gestopt. Na een ‘no touch’-periode van vijf minuten wordt de dood vastgesteld en wordt het hart uitgenomen en in een perfusiemachine geplaatst. In de machine gaat het hart na toevoer van zuurstof en bloed weer kloppen. Dat geeft de chirurg meer rust en tijd om de operatie uit te voeren. Het hart is op de perfusiemachine beschermd. Het kan maximaal acht uur bewaard worden, voordat het wordt getransplanteerd. De inzet van de machine herstelt ook tot nu toe onbruikbare donorharten en maakt deze geschikt voor transplantatie.”
Dit jaar 60 naar transplantaties
Michiel Erasmus, hart-longchirurg in het UMC Groningen, vertelt: “Tot en met juni dit jaar hebben we al 30 harttransplantaties in Nederland uitgevoerd, terwijl de norm jarenlang 40 per jaar was. Als we dit jaar tegen de 60 harttransplantaties kunnen uitvoeren, overtreffen we dat getal in 2023 ruimschoots. Dan zien we hopelijk ook een afname van het aantal mensen op de wachtlijst en van het aantal mensen dat overlijdt voordat er een geschikt donorhart beschikbaar komt. We zien nu al een stabilisatie van het aantal mensen op de wachtlijst, terwijl deze de afgelopen jaren alleen maar groeide. En de resultaten zijn voor de ontvangende patiënten minstens zo goed als bij de klassieke hartdonatie methode.”