Winter in de Indiase bergen. Het landschap is in stille rust. Een even zo stille hemel boven haar. Er wordt niets verbouwd op de terrassen, en ook het bosleven is kalm. De zon maakt lange schaduwen. Om half drie verdwijnt hij achter de bergen. Een beetje jaloers kijken we dan naar de overkant van de vallei, waar het nog heerlijk zonnig is. Ook de pieken van de Himalayas lichtten op. Roze, oranje, rood. Dan gaan we naar binnen, en spenderen de namiddag met kinderen.
Het is kersttijd, en ze hebben bijna vakantie: twee maanden lang. Nog een laatste schooldag als afsluiter, waar leerlingen optreden met Indiase dans en creatieve posters laten zien aan hun ouders. Ganesh (18) besluit een poster te maken in onze bijles. Hij schildert een grote buddha op een vel papier. Dan schrijft hij er met sierlijke letters in het Sanskrit een tekst bij. Anushka (9) tekent een meisje met een gigantische jurk vol decoratie. Zij weet wat bling-bling is. Priyanka (14) en Panku (14) maken een rekenpuzzel en vergelijken dan samen de antwoorden. Pinki (17) en Rinki (16) bouwen een mini-stofzuiger van een fles, een kleine motor en batterijen. De stofzuiger komt goed van pas na de bijles, zou ik zeggen. Er is warme chocomel, chocolade, en zelfs de Nederlandse stroopwafels die waren opgestuurd door mijn moeder. Ze kan het niet laten af en toe een pakketje onze kant op te sturen. En ik houd haar niet tegen.
Ondertussen rijpen de sinaasappelen aan de bomen. De eerste lading is geoogst en ligt te wachten voor vertrek. Karan en ik zijn al wezen kijken naar hun volgende thuis. Twintig minuten rijden van ons vandaan, beneden in de vallei, is de organisatie Himalayan Haat. Wat zij doen, is verrukkelijk. Ze maken van lokale gewassen, zoals sinaasappelen, heerlijke producten: jam, thee, pastasaus, kruiden en dranken. Ja, het is een goede bestemming voor onze sinaasappelen. Zo kunnen we ze later in het jaar nog proeven in de zoetzure marmelade. Terwijl we op bezoek zijn, werkt een groep vrouwen met witte mutsjes op het platte dak van het wc-gebouw. Lekker in de zon. Ze sorteren laurierbladeren naar grootte. Een andere groep kookt recepten in de gerenoveerde koeienschuur. De schuur is fancier dan het klinkt – gelukkig. Hoge plafonds met houten balken, veel ramen en witte muren. Op de grond staan allerlei potten. Daarin wordt de appelcider gebrouwd. Voor in de ‘koeienschuur’ pakt een jonge vrouw de pakketjes in. Alles wordt verstuurd in glazen potten en houten dozen, toegestopt met dennennaalden. De oprichtster, Deviya, doet de promotie en zorgt voor samenwerkingen. Haar moeder en grootmoeder delen hun recepten. Haar tante overziet alle taken op de vloer. En zo is het een bezig bedrijf gerund door lokale vrouwen. Stille krachten verstopt in de bossen. Klaar om India te betoveren met natuurlijke smaken.