Ik dobber graag. Dobberen. Het is iets fijns. Op een warme namiddag, in koel water. Een beetje soezen en een beetje dobberen. Het is zorgloos. Een zomergevoel. Er is niets te doen. En het voelt zo goed. Het leven vloeit aan je voorbij, en tijd lijkt stil te staan. Je hebt jezelf geen marathon opgelegd, en ook geen plan voor de avond. Er is even helemaal niets. Best lekker, eigenlijk. Niets.
Steeds vaker gun ik het mezelf om even te dobberen. Bijvoorbeeld tussen de activiteiten door, in de middag na de lunch. Dan ga ik even liggen, en doe ik een meditatie. Voor ik het weet ben ik ergens op het strand van een tropisch eiland en kletsen de golven tegen mijn voeten. Adelaars vliegen boven de palmbomen. Allemaal in mijn fantasieland. Ik oefen zulke meditaties al jaren, en inmiddels is het net echt. Waarom ook niet? Adara heeft geen zwembad, en ook geen zee. Ook bergmeren zijn in de omgeving niet te vinden. Maar in mijn kleine brein is van alles mogelijk. En wel zo handig, want zo besparen we tijd en geld voor een vakantie naar de kust.
Terwijl ik schrijf is Panku (14) de lampen aan het maken voor onze homestay. Nee, het is geen kinderarbeid. Dit is zijn manier van dobberen, geloof ik. Vaak vliegt hij over de terrassen, altijd in beweging met cricket, voetbal of badminton. Maar zo nu en dan onderneemt hij creatieve dingen met karton, papier, lijm en verf. Voorzichtig lijmt hij de varens op keukenpapier. Wanneer alles gedroogd is, knipt hij het papier in de juiste vorm en plakt het op het houten frame. Zo ontstaan er prachtige wandlampen. Ik elke kamer hangen we er een stuk of twee. En Panku krijgt een hamburger.
Ondertussen hangt zijn oma ergens in een boom op het erf. Dat klinkt wreder dan het is. Met zestig plus heeft ze nog een fit lichaam. Als een geboren boerin onderhoudt ze samen met haar man het erf. Binnen de kortste keren heeft ze zichzelf in een boom gehezen. Daar haalt ze de bonen uit de omhoog geklommen bonenstaak. Heerlijke, platte bonen die je kunt opbakken met aardappelen, koriander, zout en kurkuma. Een paar roti’s erbij van bloem en water, en we hebben avondeten. Ja, het is een power oma. Ze hakt hout, vult de watertonnen, oogst sinaasappelen, tuiniert en maait met de hand het gras. Het gras wordt gedroogd en gaat naar de konijnen. De konijnen poepen en dat gaat weer naar de tuin. En zo hebben we een gezonde cyclus en een fitte oma. Ze is alleen een beetje doof. Mijn theorie is dat het begonnen is als Oost-Indisch doof, wat inmiddels wat uit de kluiten is gewassen. Maar wat deert het. Iedereen is prachtig, precies zoals die is! Ik kan weer geen Hindi.
Zo doet iedereen wat hier en daar. In een boom of met een lamp. En ondertussen dobberen we wat af, op deze winterwonderdagen. En ik hoop jullie ook. Ik hoop dat jullie allemaal af en toe dobberen in niemandsland. En dat jullie heerlijk ontspannen een nieuw jaar ingaan.