Hier een column voor de mensen die graag naar India reizen. Heb je nog geen vakantieplannen en wil je graag figuurlijk in het diepe springen? Wil je koeien ontmoeten op weg naar je hotel? Heel veel mensen tegelijk op straat zien lopen? In een toeterende taxi zitten? Kom naar India. Hmm. Misschien niet de beste advertentie die ik plaatsen kan. Ik zal het iets aantrekkelijker proberen te maken.
In dit artikeltje schrijf ik specifiek over de regio Uttarakhand in het noorden van India – een onontdekt pareltje voor veel toeristen – de regio waar wij ons project Adara hebben. Het is een provincie met bergen, Himalayas, bossen, landbouw, de Ganges, vruchtbare vlakten en verstedelijking terwijl de dorpen langzaam leeglopen. Het slechte nieuws dat vaak over India wordt geschreven (en Mexico, en zoveel andere landen) is vaak niet eens de halve waarheid. Misschien is het 5% van de waarheid. Het leest lekker weg voor mensen op zoek naar drama. Maar wat is het fijn dat er nog een 95% bestaat – de andere kant van een land. En daarom schrijf ik graag de volgende zin: ik, een vrouw, heb me zelden zo veilig gevoeld als in India. Ditzelfde gold trouwens voor Tanzania.
Natuurlijk ligt het aan waar je gaat, en of je je verstand gebruikt. Het is niet zo’n goed plan om midden in de nacht in Delhi over straat te lopen met een dure handtas. Dat behoort niet tot mijn reistips. Karan, daarentegen, heeft in Pauri regelmatig de scootersleutel in onze scooter laten hangen. Met een cape over de scooter heeft dat goed uitgepakt. Even afkloppen. Wanneer we in een winkel een helm of een tas vergaten, dan bewaarde de winkelier het zorgvuldig tot we terugkwamen. De reistip is niet: vergeet overal je spullen zoals Karan en ik dat doen. Maar wel: angst is niet altijd een goede raadgever. Dan nu, twee mooie reizen in Uttarakhand uitgelicht.
Mana
Op 2500m hoogte ligt het mooie Mana. Ze noemen het ook wel ‘het laatste dorp’, omdat het vlakbij de grens met Tibet ligt. En elk cafe promoot zichzelf als ‘het laatste cafe’ – aan jou om te bepalen welke integer is. Gehuld in de rauwe Himalayas is dit een klein toeristisch dorpje met traditionele klederdracht, schapen en vrouwen die weven. We vonden een simpele bovenkamer om te overnachten. Magnifiek hoe de avond viel, de reusachtige bergen als stille getuigen, hun water kabbelend in de beekjes, koeienbellen op de achtergrond. De volgende dag aten we een traditioneel ontbijt. Het was een bijzonder papje, om zo te zeggen. Maar we hadden onze bodem nodig voor de wandeling, en dus aten we het op. Vanaf Mana liepen we de 5 kilometer opwaarts over het stenen pad naar de Vasudhara Falls. Na een goede klim kwamen we aan bij de watervallen. Ijs glinsterde aan onze voeten. De koele waas verraste ons na een warme tocht. Verrukkelijk. En bergachtig mooi.
Chopta
Als je graag met meer mensen en muilezels tegelijk wil lopen, dan is Chopta (2600m) een goede reis. De Chopta Tungnath Trek duurt 4-5 uur (heen en terug) en is een steile klim over stenen trappen. Het trekt zoveel mensen omdat het een Hindoe pelgrimsroute is – met de Tungnath tempel op de top als eindbestemming. Ondanks de vele mensen was het een prachtige activiteit om de natuur en de unieke energie van de bergen in ons op te nemen. De frisse berglucht. De verre uitzichten. Hoe klein we als mensen zijn en hoe overweldigend de natuur is. Het is een magisch gevoel. We overnachtten in een klein verblijf, de Bajwal Homestay in Rydraprayag, wat werkelijk een prachtig pareltje is. Simpel, puur, met lieve mensen en een mooie rivier nabij. Vanaf Chopta kun je ook de Doria Tal Trek ondernemen. Deze is veel rustiger en leidt naar een meer met uitzichten over de Himalayas. Als je geluk hebt, natuurlijk, want deze vriendelijke reuzen blijven graag mysterieus. Dat is hun charme. Dat is hun kracht.