In experimenteel opgezette koraalriffen waarop stressoren worden losgelaten, blijken toch geen rampscenario’s plaats te vinden, zeggen onderzoekers van de Universiteit van Hawaï. “Koralen houden stand als gemeenschap, al is dat wel in een aangepaste vorm.”
Als de uitstoot van CO2 binnen de perken kan blijven en lokale stressoren zoals de zuurtegraad worden beteugeld, dan kunnen koraalriffen zich in de loop van de tijd aanpassen waardoor hun kansen op overleven sterk toenemen. Dat zeggen onderzoekers nadat ze veertig experimenten opzetten, zogeheten “mesokosmossen” die de omgeving van een koraalrif nabootsen.
In de mesokosmossen brachten ze acht Hawaiiaanse koraalsoorten aan, naast zeezand, stenen en schelpen, vissen en andere levende organismen die ook in het wild in koraalriffen voorkomen.
De nagebootste ecosystemen werden vervolgens twee jaar lang blootgesteld aan verschillende scenario’s waarbij er werd gevarieerd op vlak van temperatuur, zuurtegraad of een combinatie van beide stressoren. De wetenschappers maten ook de verkalkingsreacties van het hele koraalrif (waarbij individuele koraalorganismen hun eigen skelet bouwen door een zout af te scheiden) en de biodiversiteit van deze systemen.
Zo wilden de wetenschappers in kaart brengen hoe volledige riffen reageren op toekomstige klimaatscenario’s.
Koraal houdt stand
“We onderzochten de meest voorkomende koraalsoorten in Hawaï en verschillende koraalsoorten in de Stille en Indische Oceaan”, zegt Christopher Jury, onderzoeker bij het Instituut voor Mariene Biologie in Hawaï (HIMB) en hoofdauteur van het onderzoek. “Door te begrijpen hoe deze soorten reageren op klimaatverandering, kunnen we beter inschatten hoe koralen in de loop van de tijd zullen veranderen en hoe we hier het best op reageren”, zegt Jury.
De wetenschappers waren enigszins verrast om te zien dat de experimentele riffen als ecosysteem bleven bestaan, al was dat in een aangepaste vorm. “Dit was bijzonder verrassend, aangezien bijna alle projecties over de toekomst van riffen suggereren dat koralen bijna volledig zouden instorten en sterven, en de biodiversiteit volledig zou verdwijnen. Geen van deze dingen gebeurde in deze studie.”
Hij verklaart dit door het feit dat ze zich breder hebben gericht dan op slechts één of twee geïsoleerde soorten. “We hebben alle soorten in een rif meegenomen, van microben tot algen, ongewervelde dieren en vissen, onder realistische omstandigheden die ze in de natuur zouden ervaren”, zegt mede-onderzoeker Rob Toonen van het HIMB. “Dit heeft ons geholpen om te begrijpen dat koraalriffen door de opwarming van de aarde zullen veranderen, maar hun volledige instorting nog wel kan worden voorkomen.”