Het Multi Disciplinair Overleg slokdarm-, maag- en alvleesklierkanker is een van de voorbeelden van samenwerking tussen verschillende specialismen in de vijf ziekenhuizen in de regio zuidoost-Noord-Brabant. Artsen leren van elkaar en delen hun kennis. Zo krijgen patiënten de best mogelijke zorg zonder dat ze daarvoor hoeven te reizen en alle onderzoeken opnieuw moeten ondergaan.
Het is donderdagochtend kwart voor acht. De vergaderzaal in het Eindhovense Catharina Ziekenhuis zit vol specialisten: oncologisch chirurgen, medisch oncologen, MDL-artsen, een radioloog, een nucleair geneeskundige, een patholoog, radiotherapeut-oncoloog en verpleegkundig specialisten. Op grote beeldschermen aan de muur verschijnen artsen uit het Anna (Geldrop), Máxima Medisch Centrum (Veldhoven en Eindhoven), Bernhoven (Uden) en het Elkerliek (Helmond). Samen bespreken zij elke week tientallen patiënten tijdens het Multidisciplinair Overleg (MDO) slokdarm-, maag en alvleesklierkanker.
Het Multi Disciplinair Overleg (MDO) slokdarm-, maag- en alvleesklierkanker bestaat inmiddels ruim vijf jaar en is niet meer weg te denken uit de routine van de specialisten. “We kijken met meerdere mensen naar één patiënt. Samen beslissen we vervolgens wat we doen. Zo kunnen we ervoor zorgen dat de patiënt de beste behandeling krijgt”, zegt oncologisch chirurg Ignace De Hingh, werkzaam in het Catharina Ziekenhuis, die al vanaf de oprichting betrokken is bij het MDO.
In het kleine uur dat het wekelijkse digitale overleg duurt, bekijken de artsen het dossier van de patiënt, en bespreken ze recente foto’s en scans. De radioloog vertelt wat hij op de beelden ziet en de specialisten van het Catharina Ziekenhuis overleggen met de artsen uit de andere ziekenhuizen wat de beste behandelopties zijn.
Langer in eigen ziekenhuis blijven
Volgens de oncologisch chirurg heeft dat volop voordelen voor de patiënt. “Een patiënt kan zo langer onder behandeling in zijn eigen ziekenhuis blijven. Voorheen werden veel van deze patiënten doorverwezen naar het Catharina Ziekenhuis. Dan ging er weer behoorlijk wat kostbare tijd overheen. Want dan begon je met een nieuwe afspraak en daarna begon er pas een behandeling. Als er nu alsnog doorverwezen wordt, dan gaat het een stuk sneller, want het dossier kennen we al.”
Voor al die patiënten wordt door de samenwerkende partijen het ideale zorgpad uitgestippeld. Heeft nóg een kijkoperatie bij alvleesklierkanker zin? Toch nog een keer extra chemotherapie of bestralen? “Doordat we samen overleggen en een groep ervaren specialisten bij elkaar hebben, is er bijna altijd wel iemand die nog een oplossing ziet of een vergelijkbare casus herinnert. En soms moet helaas ook worden geconcludeerd dat iemand helemaal uitbehandeld is.”
Sneller behandelen
Nu het overleg ruim vijf jaar bestaat, blijkt dat er vooral grote winst zit in behandelsnelheid van de patiënt. Als het overleg na een klein uur afgelopen is, dan zorgen de ziekenhuizen ervoor dat de patiënten zo snel mogelijk geïnformeerd worden. “Zo kun je heel snel aan de behandeling beginnen. Zeker bij alvleesklierkanker kan dat echt een groot verschil maken.”
Voor de specialisten van de ziekenhuizen is het wekelijkse overleg niet meer weg te denken. Ignace De Hingh: “We kunnen en hoeven niet iedereen van ziekenhuis naar ziekenhuis te sturen. Bovendien leren alle artsen zo ook nog van elkaar en dat zorgt uiteindelijk voor het beste perspectief en de beste behandeling voor de patiënten.”