Beter een goede collega dan een verre vriend’, voor ruim de helft van de Belgische werknemers (56,5%) is dit een waarheid als een koe. Meer dan zeven op tien werknemers (70,6%) hebben een vriendschappelijke band met hun collega’s. Ze kunnen op hun collega’s rekenen bij werkgerelateerde problemen (71,3%), maar ook wanneer ze het emotioneel moeilijk hebben, vindt meer dan de helft (56,7%) bij hen een luisterend oor. Dat blijkt uit onderzoek* van HR-dienstverlener Tempo-Team in samenwerking met Prof. Anja Van den Broeck, arbeidsmotivatie-expert aan de KU Leuven.
Het gaat er vriendschappelijk aan toe op de Belgische werkvloer. Meer dan de helft van de Belgen (53,5%) gaat vriendschappelijk met collega’s om en bespreekt ook persoonlijke dingen met hen. Ruim één op zes Belgen (17,1%) rekent sommige collega’s tot zijn hechte vrienden. Hoe jonger, hoe makkelijker het blijkt om vriendschapsbanden te smeden op het werk. Terwijl ruim een vijfde van de -35-jarigen (21,8%) zijn collega’s tot de dichte vriendenkring rekent, loopt dit terug tot 15,8% bij de 35- tot 54-jarigen en slechts 11,4% bij de 55-plussers. Slechts 1,7% heeft een slechte relatie met collega’s en probeert hen zoveel mogelijk te ontwijken.
Verbondenheid maakt zaken sneller bespreekbaar
Bijna zes op tien werknemers (57,8%) geven aan zich verbonden te voelen met hun collega’s. Jongere werknemers (-35 jaar: 63,6%) scoren op dit vlak beter dan de 35- tot 54-jarigen (54,2%) en de 55-plussers (57,4%). Een sterke band met collega’s is belangrijk. Werknemers die zich verbonden voelen met hun collega’s zijn gemotiveerder (8,3/10 vs. 6,2/10), zijn meer tevreden (8,3/10 vs. 6,1/10) én hebben meer werkplezier (8,3/10 vs. 5,6/10).
“Je verbonden voelen met collega’s zorgt voor meer werkplezier. Collega’s die elkaar helpen en een luisterend oor bieden, begrijpen vaak beter wat de ander nodig heeft om zich goed te voelen op de werkvloer. Het maakt zaken makkelijker bespreekbaar en kan daarom de samenwerking tussen collega’s versterken,” zegt Wim Van der Linden, woordvoerder van Tempo-Team.
Het contact met collega’s stopt voor velen niet na het einde van de werkdag; ook in hun privétijd zoeken zo’n zeven op tien collega’s (69,4%) elkaar op voor niet-werkactiviteiten. Jongere werknemers (-35 jaar) spreken het vaakst af buiten de werktijd (75,4%), tegenover twee derde van de 35- tot 54-jarigen (66,8%) en 65,1% van de 55-plussers. Ruim één op de zes werknemers (17,1%) ziet elkaar, los van het werk, zelfs meerdere keren per maand. Bij één op de vijf vrouwen (20,4%) is dit het geval tegenover 13,4% van de mannen.
Collegialiteit, nóg belangrijker dan vriendschap
Toch is er een kanttekening. Sommige werknemers houden hun werk- en privéleven liever gescheiden en zien hun collega’s enkel als mensen met wie ze werken (35,2%). Eens hun werkdag erop zit, hebben ze liever weinig met hen te maken. Meer mannen (38,4%) dan vrouwen (31,6%) geven dit aan. Zo’n vijfde (20,4%) vindt zelfs dat er te veel over privézaken gepraat wordt op het werk.
“Het is mooi om te zien dat er veel vriendschap is op de Belgische werkvloer. Wie buiten de werkuren afspreekt met collega’s heeft duidelijk meer werkplezier, dan wie dit nooit doet (7,9/10 vs. 6,9/10). Of je dit nu minder dan maandelijks of tot één keer per week doet, maakt niet zoveel uit. Wat telt, is collegialiteit. Werknemers moeten het gevoel hebben dat ze op hun collega’s kunnen rekenen, hetzij voor werkgerelateerde problemen, hetzij wanneer ze het emotioneel wat moeilijker hebben. Bij wie dit het geval is, scoort het werkplezier met 8/10 een pak hoger dan bij de werknemers die niet kunnen rekenen op hun collega’s voor hulp (6/10),” zegt Anja Van den Broeck, arbeidsmotivatie-expert aan de KU Leuven.
En met die collegialiteit zit het wel snor, zeker bij de jongere werkgeneratie. Zo geven bijna vier op vijf werknemers onder de 35 jaar (78%) aan dat hun collega’s hen helpen bij werkgerelateerde problemen. Dit loopt terug tot 68,2% bij de 35- tot 54-jarigen en tot 67,1% bij de 55-plussers. Het zijn ook eerder jongere werknemers die een luisterend oor vinden bij hun collega’s als ze het emotioneel moeilijk hebben. Ruim zes op tien -34-jarigen (61,5%) geeft dit aan, tegenover 54,8% van de 35- tot 54-jarigen en 52,3% van de 55-plussers.
Zelf bieden ze ook die steun aan hun collega’s. Zo zeggen vier op vijf Belgen (80,9%) dat ze hun collega’s helpen met hun werk. Ruim driekwart biedt zijn collega’s een luisterend oor wanneer die het emotioneel moeilijk hebben. Meer vrouwen dan mannen geven dit aan (81,9% vs. 71%).