Zakpijpen zijn kleine mariene organismen die op vrijwel elk vast oppervlak in zee groeien, van rotsen tot scheepswrakken. Ze filteren voedingsstoffen uit zeewater en staan bekend om hun hoge eiwitgehalte en unieke eigenschappen: ze zijn de enige organismen die 100% pure cellulose produceren.
Superduurzaam en milieuvriendelijk
Het kweken van zakpijpen is uiterst duurzaam. Net als bij mosselkwekerijen worden touwen in zee gehangen waaraan larven zich vasthechten. De dieren groeien zonder extra voeding of verzorging en filteren tegelijkertijd stikstof uit het water. Dit draagt bij aan het bestrijden van vervuiling door landbouwoverschotten, wat leidt tot schoner en helderder oceaanwater.
Uitdagingen en toekomstplannen
Hoewel de duurzame voordelen duidelijk zijn, kent zakpijpkweek ook uitdagingen. In Zuid-Korea wordt een verwante soort, de zeeananas, geteeld, maar massale sterfte door parasieten vormt een probleem. Pronofa, een Scandinavisch bedrijf dat zich richt op het ontwikkelen van nieuwe en duurzame eiwitbronnen, hoopt deze obstakels te overwinnen en wil niet alleen een nicheproduct zijn, maar een schaalbaar alternatief bieden dat kan concurreren met de Noorse zalmindustrie, die jaarlijks miljarden waard is.
Een nieuwe stap in de voedselrevolutie
Met overtuigend vleesachtige ciona-mince biedt Pronofa een duurzaam alternatief voor rundvlees, zonder de ecologische impact van veeteelt. Hoewel de technologie nog in ontwikkeling is, toont dit initiatief de potentie om onze voedselketen te verduurzamen – één bord lasagne tegelijk. Zo meldt The Guardian.