Volgens het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zijn onlangs grote stappen gezet om de Einstein Telescope in het grensgebied van België, Nederland en Duitsland te kunnen bouwen. Dat is gebleken op de vierde ministeriële top over dit project. De Vlaamse regering reserveert alvast 200 miljoen voor het project. Daarnaast ondersteunen België en Nederland de stappen die in Duitsland worden gezet om ook daar definitief geld voor de bouw van de Einstein Telescope te reserveren. Tijdens de topconferentie is ook bekend gemaakt dat de eerste resultaten van de boorcampagne als voorlopige conclusie opleveren dat de ondergrond in het grensgebied van België, Nederland en Duitsland voldoende stabiel is en mogelijkheden biedt de telescoop te bouwen.
De Einstein Telescope wordt van grote waarde gevonden voor de wetenschap, economie en maatschappij. De telescoop is een ondergrondse driehoek van gigantische buizen waarmee wetenschappers zwaartekrachtgolven kunnen meten, zoals nu nog niet kan. Daarmee kunnen we meer te weten komen over het ontstaan van het universum.
Nieuwkomers
Na verkiezingen en regeringsvorming in Nederland en België is in Nederland en België een aantal nieuwe ministers verantwoordelijk voor het Einstein Telescope-project. Vanuit Wallonië is dat minister Pierre-Yves Jeholet, in Vlaanderen is dat minister-president Matthias Diependaele en vanuit Nederland minister Eppo Bruins.
Commitment in de drie landen
Nadat minister Bruins in Nederland extra geld voor de Einstein Telescope beschikbaar heeft gesteld, doet nu ook Vlaanderen dat. Daarnaast zegde Gonça Türkeli-Dehnert, staatssecretaris van het ministerie van Cultuur en Onderzoek van Noordrijn-Westfalen 7,9 miljoen extra toe. Samen met eerdere financiële reserveringen is er nu in totaal meer dan een miljard euro beschikbaar voor de Einstein Telescope.
Ook op federaal niveau in Duitsland zijn er goede stappen voor de Einstein Telescope gezet. Daar loopt een aanvraag om de Einstein Telescope op de Duitse prioriteitenlijst voor grote wetenschappelijke infrastructuren te krijgen. Dat is een noodzakelijke voorwaarde voor een financiële bijdrage. Zowel ministers van de betrokken Duitse deelstaten als de Nederlandse en Belgische ministers hebben aangegeven dit voorstel te steunen.
Goede boringen: harde rotsen gunstig
Een belangrijke voorwaarde voor de bouw van de Einstein Telescope is dat de bodem daar geschikt voor is. Om dat te bepalen is op elf locaties in het grensgebied van België, Nederland en Duitsland tot een diepte van gemiddeld 300 meter geboord. Nog niet alle analyses zijn gedaan, maar tijdens de topconferentie werd bekend dat de eerste voorlopige conclusies er goed uit zien. Gebleken is dat de ondergrond uit hardere rotslagen bestaat dan aanvankelijk werd aangenomen. Voor het bouwen van een ondergrondse onderzoeksinfrastructuur is dat gunstig. De geanalyseerde data van de boringen zijn onafhankelijk geverifieerd door de geologische dienst van TNO.
Deze boorcampagne en de verzamelde data zeggen overigens nog niets over de vraag waar de drie hoekpunten voor de ondergrondse telescoop precies komen. Daarvoor is meer geologisch onderzoek nodig. Daarnaast moet seismisch onderzoek aantonen dat het gebied voldoende ruisvrij is om de telescoop optimaal zwaartekrachtsgolven te laten meten. Verder moet uit civieltechnisch onderzoek blijken hoe de bouw van de ondergrondse tunnels en hoekpunten mogelijk is. Daarnaast bepaalt onderzoek naar de omgevingseffecten mede de meest geschikte locatie.
Duizenden extra banen
Studies laten zien dat elke geïnvesteerde euro dubbel en dwars terugverdiend wordt en er naar verwachting duizenden extra banen in het grensgebied van de drie landen komen. Zowel voor wetenschappers als vakmensen op gebied van bouw, onderhoud en hospitality.
In 2026 valt het besluit waar de Einstein Telescope gebouwd wordt. Het grensgebied van Duitsland, Nederland en België is samen in de race. Nederland heeft 58 miljoen voor de voorbereiding en een reservering van 870 miljoen voor de bouw.