In de afgelopen jaren is het aandeel van de Nederlandse bevolking dat aan goede doelen geeft, gegroeid van 68% in 2021 naar 73% in 2022 en 76% in 2023. Het gaat dan om een vaste of eenmalige bijdrage van het huishouden in de vorm van geld of goederen in het voorgaande jaar. Huishoudens van mensen in de hogere inkomensgroepen geven vaker dan huishoudens met een lager inkomen. Dat blijkt uit het onderzoek Sociale samenhang en welzijn van het CBS, waaraan ruim 22 duizend mensen van 15 jaar of ouder hebben meegedaan in de periode 2021 tot en met 2023.
Het percentage donateurs loopt op met een toenemend huishoudensinkomen: van 57% bij de laagste inkomensgroep tot 82% van de 15-plussers uit de hoogste inkomensgroep. Daarmee vergelijkbaar is de relatie met het vermogen van een huishouden. Miljonairs geven nog iets vaker aan een goed doel: 86%.
Ouderen vaker donateur dan jongeren
Het percentage donateurs loopt op van 58% onder 15- tot 25-jarigen tot 80% bij de leeftijdsgroep van 65 tot 75 jaar. Vrouwen geven met 76% vaker aan dat hun huishouden in het afgelopen jaar geld of goederen aan een goed doel heeft gedoneerd dan mannen (69%).
Welke provincies doneren welk percentage?
Zeeland kent met 76% de meeste donateurs. In Fryslân, Overijsel en Utrecht is het aandeel 75% van de 15-plussers. Limburg scoort met 68% en de Brabanders 70,5%. In de overige provincies is het boven de 70% van de 15-plussers.
Er wordt minder vaak gedoneerd in zeer sterk stedelijke gemeenten (68%), dan in weinig stedelijke (76%) of niet-stedelijke gemeenten (74%).