Een goede persoonlijke relatie met verzorgers in het kinderdagverblijf speelt een belangrijke rol in de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Nederlands onderzoek wijst uit dat kinderen met een positieve één-op-één-relatie over het algemeen minder moeite hebben met de overgang naar school.
“De overgang van de kinderopvang naar de school kan voor kinderen erg stressvol zijn”, zegt Rosanne Sluiter die onderzoek deed naar het onderwerp voor de Universiteit van Amsterdam. “Kinderen zouden zo goed als mogelijk begeleid moeten worden, want een goede één-op-één-relatie tussen kind en pedagogisch medewerker lijkt een positieve invloed te hebben op hun ontwikkeling en de overgang naar school.”
Voor haar onderzoek volgde ze meer dan tweehonderd kinderen over verschillende jaren; er waren meetmomenten op twee-, drie-, en vierjarige leeftijd van de kinderen.
Meer steun, hogere kwaliteit
De kwaliteit van de één-op-één-relatie blijkt volgens de resultaten een sterkere invloed te hebben op de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen, dan de globale pedagogische kwaliteit of de fysieke omgeving van de kinderopvang.
Hoe kwalitatief hoogwaardig de band tussen onthaalouder en kind is, hoe gunstiger de invloed ervan op het welbevinden en de sociale vaardigheden van kinderen, zegt Sluiter.
Uit het onderzoek blijkt die relatie sterker bij onthaalouderopvang dan in kinderdagverblijven. Omdat kinderen daar in kleinere groepjes zitten is er meer tijd voor persoonlijke aandacht voor elk kind. Daarvan ontwikkelen kinderen betere sociaal-emotionele vaardigheden dan kinderen die naar de crèche gaan, blijkt uit de resultaten als de kindjes 2 jaar oud zijn.
Opmerkelijk is dat die voorsprong een jaar later bijna verdwenen is: zodra de kinderen op school zitten, blijken juist de kinderen van de kinderopvang sociaal vaardiger te zijn.
Hecht en liefdevol
“Bij een kinderdagverblijf is het vaak al wat schoolser”, legt Sluiter uit. “Ze zijn het daardoor gewend om in een groep te bewegen met meer kinderen. Die sociale vaardigheden helpen bij de overgang naar school.”
Volgens de onderzoeker heeft het beleid een belangrijke taak in het ondersteunen van hechte, sensitieve, liefdevolle één-op-één-relaties tussen pedagogisch medewerkers en kinderen.
“Dat kan bijvoorbeeld door medewerkers hier specifiek in te coachen”, zegt ze. “In de kinderopvang van de toekomst is het cruciaal dat deze aanpak centraal staat.”