Statushouders willen graag aan het werk en bedrijven zitten te springen om personeel. Door een subsidieregeling van de rijksoverheid kunnen bedrijven een financieel steuntje in de rug krijgen bij het duurzaam in dienst nemen van statushouders. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft hiervoor een subsidieregeling in het leven geroepen. De subsidie is bedoeld voor extra begeleiding die zich richt op het verkleinen van taal- en cultuurverschillen. Voor de jaren 2024, 2025 en 2026 is ruim 10 miljoen euro subsidie beschikbaar. Een bedrijf kan maximaal 24.000 euro aanvragen voor in totaal vier statushouders.

Het vinden van werkgevers, die een werkplek willen bieden aan statushouders, is een groot knelpunt, blijkt uit een vorig jaar gehouden onderzoek. Coen Bouricius, beleidsmedewerker bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW): “Het duurzaam inzetten van statushouders vraagt om extra begeleidingskosten. Deze investering wordt op termijn wel terugverdiend. Om werkgevers te helpen zijn we vorig jaar gestart met de SOWIS-subsidieregeling.” De afkorting SOWIS staat voor Subsidieregeling Ondersteuning Werkgevers Inzet Statushouders.

Het ministerie hoopt dat de subsidie bijdraagt aan het structureel in dienst nemen van nieuwkomers. Coen-:. “Het vraagt iets van een werkgever. Het ontwikkelen van een maatwerktraject en het vormgeven van de begeleiding in de organisatie vergen tijd en geld. Daarna is het makkelijker om extra statushouders aan te nemen.” Hij geeft werkgevers een tip: kijk eens bij collega’s in je netwerk die dit al doen en hoe het daar gaat. Er zijn heel veel mooie voorbeelden te vinden.”

“Ze willen gewoon heel graag werken.”

Zoals werkgever Nancy van der Vin, mede-eigenaar van Rosa Novum, een hoveniersbedrijf in Rhenen.  Zij is blij met de subsidie voor nieuwkomers op de werkvloer. Nancy: “Wij werken al langer met mensen die een afstand tot de arbeidsmarkt hebben. We hebben op dit moment tien anderstaligen in dienst. Het mooie aan hen is dat ze heel gemotiveerd zijn. Ze willen gewoon heel graag werken.”
Zo werkt Jasur Abibula sinds 2016 bij Rosa Novum. Hij is Oeigoer en vluchtte in 2009 naar Nederland. Hij startte als tuinman en werkt sinds kort als voorman. “Ik voel me thuis bij dit bedrijf. Vroeger was ik onzeker in het Nederlands spreken, sinds ik hier werk heb ik veel geleerd.” Volgens Jasur is het belangrijk dat mensen de tijd krijgen om de taal te leren en te wennen aan de werkvloer in Nederland. “Hier heb ik die tijd en ruimte gekregen.”

“De cultuurverschillen vind ik eigenlijk wel meevallen.”

Nancy: “De cultuurverschillen, die vind ik eigenlijk wel meevallen. Natuurlijk is er wel eens iemand te laat of is er miscommunicatie. Maar dat gebeurt ook bij mensen die geen statushouder zijn. Ik vind dat we die verschillen ook niet te groot moeten maken. De taal is soms wel een belemmering.”

Nancy gebruikt de nieuwe subsidieregeling deels voor de taalcursus Nederlands op de werkvloer. Ze maakt ook gebruik van andere middelen om nieuwkomers te ondersteunen, bijvoorbeeld via de arbeidsmarktregio. “Onze medewerkers leren heel veel van zo’n cursus. En niet alleen de taal zelf. Het neemt ook onzekerheid weg die belemmert om te durven praten en fouten te maken. Maar we zetten de subsidie ook in voor het vertalen van veiligheidsregels en we starten later dit jaar met cultuurcoaching.”

Coach op de werkvloer

De grootste succesfactor en tip voor andere werkgevers is de inzet van een coach op de werkvloer, zegt Nancy. “Heel veel mensen, ook Nederlanders, kunnen door bureaucratie de weg in onze samenleving niet vinden. Ik zie dat mensen soms ineens een rekening krijgen van duizenden euro’s omdat ze toeslagen verkeerd hebben ingevuld. Wij hebben een collega, Ramona, die al onze werknemers helpt met dit soort zaken. Denk aan financiën, belastingen en toeslagen, een rijbewijs aanvragen of inschrijven voor een woning.”

Ook andere bedrijven zetten coaches in op de werkvloer, ziet Marleen Schuit. Als regionale verbinder is ze de spil in de arbeidsmarktregio Foodvalley, in de omgeving van Ede en Barneveld, om statushouders te leiden naar werk. Sommige regionale verbinders helpen daarom bij de subsidieaanvragen, als onderdeel van de brede ondersteuning die zij aan werkgevers bieden. “Vooral de inzet van anderstalige coaches werkt erg goed”, zegt Marleen. “Zij kunnen in de eigen taal werkinstructies geven en interculturele verschillen uitleggen. En ze letten ook op de leefgebieden rondom het werk.”

Het overbruggen van cultuurverschillen geldt voor beide kanten, benadrukt Marleen. “Werkgevers moeten zich ook willen verdiepen in de mensen die ze aannemen. En zich bewust worden van onuitgesproken regels op de werkvloer die een statushouder niet kan weten. Ik zie in onze regio, waar veel familiebedrijven zitten, dat statushouders daar goed aansluiting vinden.”

Printvriendelijk