Hongersnoden blijven helaas een ernstig probleem in de wereld. Tussen 2020 en 2023 alleen al kostten ze het leven aan meer dan een miljoen mensen. Maar wie het grotere plaatje bekijkt, ziet iets hoopgevends: het aantal doden door hongersnood is de voorbije eeuw spectaculair gedaald.
In de late 19de en vroege 20ste eeuw was het nog normaal dat er meer dan 10 miljoen mensen per decennium stierven door voedseltekorten. Zelfs in de jaren 60, tijdens de Grote Sprong Voorwaarts in China, kwamen er tientallen miljoenen mensen om. Vandaag zijn dat er ‘nog’ één à twee miljoen per decennium – een daling van meer dan 90%, ondanks een veel grotere wereldbevolking.
Volgens experts is deze vooruitgang te danken aan een combinatie van factoren: betere landbouwtechnieken, minder armoede, minder gewapende conflicten, internationale hulp, en meer verantwoord beleid. Landen slagen er steeds beter in om voedselzekerheid te garanderen, ook in moeilijke tijden.
Hoewel elke dode door hongersnood er nog altijd één te veel is, toont deze langetermijnevolutie dat mondiale samenwerking en ontwikkeling echt levens redden. Een bemoedigend signaal – en een stimulans om niet te stoppen met verbeteren.
–
Waarom is dit belangrijk volgens de SDG’s?
Deze evolutie raakt aan verschillende duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties:
- SDG 2: Geen honger – Het directe doel om honger en ondervoeding uit te roeien.
- SDG 1: Geen armoede – Armoedebestrijding leidt tot meer toegang tot voedsel.
- SDG 16: Vrede, justitie en sterke instellingen – Minder corruptie en meer verantwoord bestuur helpen crisissen voorkomen of sneller oplossen.
- SDG 13: Klimaatactie – Betere voorbereiding op droogte en rampen speelt ook een rol in het terugdringen van hongersnood.
