De strijd tegen kinderarbeid werpt vruchten af. In vergelijking met het jaar 2000 telt de wereld vandaag bijna de helft minder kindarbeiders. Dat blijkt uit een nieuw rapport van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO). In 2000 waren er wereldwijd nog 246 miljoen kinderen aan het werk, vandaag zijn dat er 138 miljoen – een daling van maar liefst 108 miljoen.
Volgens het rapport is er ook recent nog vooruitgang geboekt. Sinds 2020 daalde het aantal kinderen dat aan het werk is met 22 miljoen. Die evolutie toont aan dat blijvende inzet en gerichte actie daadwerkelijk impact hebben, zelfs in uitdagende tijden.
Vooral in Azië en Latijns-Amerika is er sterke vooruitgang. In Azië en de Stille Oceaan daalde het aantal kindarbeiders van 49 miljoen naar 28 miljoen in amper vier jaar tijd. Ook Latijns-Amerika en het Caribisch gebied laten hoopgevende cijfers zien. Deze evoluties illustreren dat effectieve beleidsmaatregelen – zoals investeren in onderwijs en armoedebestrijding – echt verschil maken.
Gilbert F. Houngbo, directeur-generaal van de ILO, benadrukt het belang van het recht op kind zijn: “De bevindingen van ons rapport bieden hoop en laten zien dat vooruitgang mogelijk is. Maar we moeten blijven investeren in waardig werk voor ouders, zodat kinderen kunnen leren, spelen en dromen.”
De afname van kinderarbeid draagt rechtstreeks bij aan verschillende Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) van de Verenigde Naties. Zo versterkt het SDG 4 (kwaliteitsonderwijs), SDG 8 (waardig werk en economische groei) en SDG 1 (geen armoede). Het rapport onderstreept dat het uitbannen van kinderarbeid geen utopie is, maar een haalbaar doel – mits blijvende internationale samenwerking en sociale bescherming.
Met de juiste inzet is een wereld zonder kinderarbeid mogelijk. En deze cijfers tonen aan dat we al op de goede weg zijn.