Voor het eerst verblijven drie koppels kraanvogels in de Vallei van de Zwarte Beek in Limburg. Eén koppel bracht dit voorjaar opnieuw succesvol een jong groot – het vijfde opeenvolgende jaar dat dat lukt. De twee andere koppels zijn jonge vogels die al broedpogingen ondernamen, maar nog geen jongen voortbrachten. Mogelijk gaat het om Gru of Dru, de kuikens uit het allereerste nest vijf jaar geleden.
Dat eerste broedgeval in Vlaanderen in 2020 betekende een doorbraak voor deze zeldzame en schuwe soort. Sindsdien keren de nakomelingen steeds terug naar hun geboortegrond om te broeden. Aangezien kraanvogels pas na vijf jaar geslachtsrijp zijn, is hun terugkeer een hoopvol teken voor de duurzaamheid van het natuurbeheer in het gebied.
Natuurherstel loont
“Dat er nu drie koppels kraanvogels zijn, is geen toeval,” zegt Noah Janssen, algemeen directeur van Natuurpunt. “Vrijwilligers en medewerkers van Natuurpunt, samen met de Vlaamse overheid, hebben jarenlang gewerkt aan de herstelling van het natte landschap in de vallei. Het gebied is opnieuw een spons geworden met venen en moerassen.”
Kraanvogels zijn uiterst kieskeurig en hebben grote, natte natuurgebieden nodig met voldoende voedsel, rust en beschutting. Ondanks de toenemende droogte slaagt Natuurpunt erin om delen van het gebied nat genoeg te houden voor deze iconische vogels.
Kraanvogel als symbool voor natte natuur
Vlaams minister van Omgeving en Landbouw Jo Brouns ziet de kraanvogel als een ambassadeur voor het bredere natuurbeleid. “Hun aanwezigheid is het resultaat van gerichte investeringen in natuurherstel. Dit gebied toont hoe vernatting onze natuur weerbaarder maakt tegen droogte en aantrekkelijker voor kwetsbare soorten. De Blue Deal blijft daar voluit op inzetten.”
Deze positieve evolutie in de Vallei van de Zwarte Beek draagt bij aan meerdere SDG’s, in het bijzonder SDG 15 (Leven op het land), dat oproept tot bescherming, herstel en duurzaam gebruik van ecosystemen. Ook SDG 13 (Klimaatactie) speelt mee, want natte natuurgebieden zoals moerassen slaan CO₂ op en helpen extreme droogte opvangen. Ten slotte versterkt dit project SDG 6 (Schoon water en sanitaire voorzieningen) door het belang van natuurlijke waterretentie te onderstrepen in tijden van waterschaarste.